“Als je doet of het goed met je gaat, dan is dat op een dag ook zo. Water zoekt zijn weg door de greppels die jij ervoor hebt gegraven.”
Wijze woorden van Nicci French, lees ik hier op Texel. Ik herken het: dat je zegt dat het goed gaat, als dat eigenlijk nog moet gebeuren. ‘Manifestatie,’ zegt mijn zus. Maar het voelt voor mij meer als voorbarige gedachtes: je denkt alvast dat wat te gebeuren staat.
Loslaten
Mijn brein staat helemaal uit hier, ik lees alleen maar makkelijke boeken en zelfs alle interessante teksten die ik hier zou gaan schrijven… die schrijf ik niet. Een shipload aan werk liet ik achter, een nog grotere shipload aan werk verwelkomt me vrijdagavond bij terugkomst. Maar zelfs daar ben ik niet mee bezig. Ik fiets, ik adem, de tijd is zand tussen mijn vingers.
Met mijn zus, ook op Texel maar dan elders, zwem ik in de zee. Ze is een beetje melancholisch, het einde van de vakantie bijna daar, haar kinderen nu nog heel even lekker dichtbij. Ik herken het gevoel als de beste… maar tot mijn verbazing voel ik het niet. Ook bij mij komen en gaan er kinderen. Het is heerlijk als ze er zijn en alles gonst. Maar als ze weg zijn, is het ook prima. Zoveel lege tijd, als zand op het wijde strand. In mijn eentje op een verlaten heideveld in het bos aan het einde van de dag. De lage zon tussen de bomen, al dat groen en paars. Tranen om de schoonheid van dat alles – maar niet van weemoed. Echt niet. ‘Misschien is het nu makkelijker omdat ik al twee jaar bezig ben met loslaten,’ zeg ik tegen mijn zus.
Misschien is dat ook zo’n voorbarige gedachte. Ook goed.