Afscheid van de Indische Oceaan.
(Moshi, km 33815) Bijna vijftienduizend kilometer zijn we langs de zee gereden. Van Kaapstad naar Tanga in Tanzania. Van de grillige bergen van de Wild Coast, via de dolfijnen in Mozambique tot aan de Swahili dorpjes en de eindeloze zandbanken van waar we nu zijn. Nog nooit zoveel palmbomen gezien. Nog nooit zo vaak wakker geworden van meeuwen en het geluid van de branding. Soms hard en gevaarlijk, soms zachtjes kabbelend. We stonden op totaal verlaten baaien in de brandende zon en op tropische campings met strandbarretjes. We hebben gesnorkeld, gedoken en met kleine houten dowhs zijn we naar onbewoonde eilandjes gevaren. Ik heb God gezien in een acht meter lange walvishaai. We hebben ons geprikt aan kwallen en zee-egels, de meest prachtige kauri-schelpen verzameld en op windstille nachten maanziek naar de Mondscheinsonate geluisterd.
En nu gaan we het binnenland in, om pas maanden later, bij Egypte, weer bij de zee te komen. Elke kilometer gaat traag, als door woestijnzand. We willen niet weg…
Lijstjes
Het eerste jaar zit erop. Omdat dit nu eenmaal de tijd is van lijstjes en de top honderd, volgt hier onze eigen terugblik.
We hebben 30.000 kilometer gereden en 5000 kilometer – van Accra naar Kaapstad- gevaren/gevlogen, zonder een enkele lekke band.
We hebben een ongeluk gehad in Mauritanie en daarna zijn we definitief het westerse tempo verloren. En, gevangen in het lelijke niets van Nouakchott, ben ik gaan schrijven als nooit tevoren. Ik heb Het Heksenhotel afgemaakt, twee nieuwe boeken opgestart en bijna vijftig verhalen geschreven voor een educatieve uitgeverij. Ilco had intussen zijn zeer populaire fotosite en kocht in Kaapstad twee nieuwe lenzen om nog meer foto’s te maken. Bloem en Chaia schreven tweeentwintig A-4 boeken vol en Dunya leerde zwemmen zonder bandjes.
We lazen een drieenveertig boeken (waaronder zes volledig stukgelezen Lonely Planets), waarvan de voorlees-top 5 van Bloem en Chaia luidt: 1. De wonderbaarlijke reis van Edward Tulane, 2. Kleine Sofie en Lange Wapper, 3. De hoed van de tovenaar (het Moeminboek), 4. Levende bezems, 5. Harry Potter.
We zijn, met Kenya erbij, in precies twintig landen geweest, waarvan Guinee Bissau, met zijn ongerepte tropisch regenwoud en reuzenschildpadden, het meest verrassend was, Senegal het meest divers en Mozambique het fijnst. Ik heb acht paar hakschoenen versleten en de hele familie bij elkaar zo’n zeventien zwembroeken.
Verse visjes
Belangrijkste bagage bleek: een zakmes, een koelkast, spanbanden, Deet en een stoffer en blik. Niks aan gehad: extra accu (verpatst voor een ventilator), GPS (je kunt ook gewoon in elk dorpje de weg vragen) en een veel te zwaar fotostatief.
We brachten met de hele familie zo’n honderdvijftig uur door in Internetcafés. Alle opa’s en oma’s kwamen langs met elke keer drop en nieuwe boeken. We raakten twee creditcards kwijt en een bankpasje werd geskimd. Maar omdat we inmiddels bijna altijd kamperen en Ilco eindeloos veel pannetjes soep kookt en verse visjes grilt, gaan we niet over ons budget heen.
Ik wilde twee keer bijna terug naar huis: de derde dag in een motel in Duitsland en veel later, toen Chaia in Ghana malaria had en we met een doodziek kind door ellendige ziekenhuizen sjouwden.
Verdere dieptepunten: niet. Hoogtepunten: ontelbaar.