(Istanbul, km 61555. Gaan we hier wonen: nou nee… we willen geen stad en al helemaal niet zo’n enorme).
Nederland leeft inmiddels flink mee met mijn getwijfel over waar we gaan wonen:
‘Net terug uit China heb ik het paradijs gevonden… in Wassenaar.’ (vriendin van Ilco).
‘Net terug van een wereldreis heb ik het paradijs gevonden… in Naarden.’ (onbekende webloglezeres).
‘Als ik de ganzen over het Kinselmeer zie vliegen, denk ik vaak ach, mooier bestaat niet. Al word ik ook tot tranen geroerd in de woestijn.’ (mijn oom die in Marokko heeft gewoond).
‘Komen jullie echt echt echt niet terug naar het gouden Durgerdam? Echt niet?’ (mijn moeder).
‘Als Anna zich niet vestigt in Durgerdam, is het slecht voor haar hart’ (aurareader Manita).
‘.. leaving for a destination still unknown, somewhere nobody must have beauties at all..’ (volgens de mp3 van trouwe buurvrouw Marjolein).
‘Ieder mens heeft zo zijn paradox. Die van jou heet ‘de gekooide zigeunerin’’ (mijn vader).
The beauty that dances
Istanbul is een goed tussenstation tussen oud en nieuw. Alle paradoxen van de wereld bestaan hier al. Ikzelf ben vooral gefascineerd door de derwisjes. ’s Avonds kabbelen de klanken van zachte soefimuziek rond de moskees en zie je deze wonderlijke monniken her en der dansen op de terrassen. We gaan ook naar een echte ceremonie, in een verborgen hal van een oud station. De derwisjen gooien hun zwarte lap af en daarmee het wereldse en beginnen dan te draaien en te draaien. Zo wervelen zij zich letterlijk naar Allah. Eén hand omhoog, de andere is naar het aardse gericht. Na een tijdje wordt het een soort hypnose.
En het werkt, ook voor mij! ‘Als je lang genoeg draait, kom je vanzelf omhoog,’ vat Ilco soepel samen. Dat is nog eens een opsteker! En bovendien: je kunt dus zelfs ingetogen met God dansen middenin hartje Istanbul – tussen de woest toeterende taxi’s, schreeuwerige uitverkoopwinkels en duizenden voortsnellende voorbijgangers. In de woorden van de dichter Rumi:
‘I am at home wherever I am
And in the room of lovers
I can see with closed eyes
The beauty that dances.’ .
Moed
De ouders van Ilco zijn ook naar Istanbul gevlogen, tot grote vreugde van de meisjes. Ze hebben een chic hotel voor ons geboekt. Het personeel heeft moeite zijn gezicht in de plooi te houden als we daar komen binnenzetten: blote voeten, gaten in kleren (ondermeer, heel erg, in mijn favoriete little black dress), kapotte schoen (Ilco) terwijl we uitroepen: ‘Voorzichtig, die koffer moet u andersom houden, anders valt alles eruit. En de rits van die computertas is ook kapot.’
Aan het eind van deze week hebben we nieuwe koffers met drop, pindakaas, stroopwafels en hagelslag erin en allemaal fijne Istanbulse confectie, waaronder nieuwe Puma’s en geen zwarte maar een zilveren jurk. En zelfs nieuwe derwisj-moed. Bloem, Chaia en Dunya komen, al rondjes draaiend, het hotel uit. We zijn klaar voor Europa en met Zeerover varen we de Zee van Marmara over.