‘Wil jij dat scheurtje in de muur even opvullen?’ vraag ik aan de mannen.
‘No problema.’ Daar gaat Steve al met zijn bakje cement. Even later komt hij voorbij met een groter bakje. ‘Dat was wel nodig.’ Als ik hem vervolgens met een gigantische trog cement zie langskomen, besluit ik maar even te gaan kijken. Inderdaad, inmiddels is de halve muur verbrokkeld…
Zo gaat het dus vaker. En ja, misschien is het wel raar dat ik de enige ben die van zulke dingen schrikt. Want ‘Ja, oude huizen he?’ En ik wilde toch die romantiek? Van wonen op de eindeloze campo waar je zo mooi kunt paardrijden (Chaia en Bloem’s nieuwe passie hier) en dat het nu kersentijd is. Mandenvol krijgen we cadeau. Ik schik ze in mijn mooiste schaal en trek lekker toch een jurkje aan in plaats van steeds maar die verfkleren. Steve kijkt verbaasd op: ‘Hé, waar ga je naar toe?’
Tweeduizend boeddhisten
Ilco gaat wel weg. Hij wil een dag foto’s maken en belandt bij tweeduizend boeddhisten. Een paar heuvels verder, maar het lijkt wel een ander land. Fascinerend, zo’n parallelle wereld, zomaar tussen de olijven. Ilco blijft er een nacht slapen in daktent. Hij voert goede gesprekken onder de sterren en loopt ’s ochtends in een lange rij rond het grote beeld. Verlicht keert hij terug en ik luister jaloers naar zijn verhalen van meditatie en stilte.
Stlte! Ik zit hier zo’n beetje te schrijven tussen het bouwgeweld en heb amper tijd (en al helemaal geen internet) om fatsoenlijk met mijn redacteur Anne-Marie te praten over het boek dat in het najaar uitkomt. Terwijl ik dat aan Ilco sta uit te leggen, komt Steve met de drilboor voorbij en als ik weer kijk, zie ik dat mijn mooie kersenschaal vol zit met gruis. En mijn jurkje is eigenlijk ook niet meer zwart…
Genoeg! Nog dezelfde dag boek ik een retourtje Amsterdam. Morgen vertrek ik. Een bliksembezoek, maar precies goed om mijn andere hersenhelft weer even in te schakelen. Ik ga naar de uitgeverij, naar de kinderboekwinkel en naar de Hema. Een paar vriendinnen zoenen. En elke dag een ander jurkje aan.
‘Wil jij dat scheurtje in de muur even opvullen?’ vraag ik aan de mannen.
‘No problema.’ Daar gaat Steve al met zijn bakje cement. Even later komt hij voorbij met een groter bakje. ‘Dat was wel nodig.’ Als ik hem vervolgens met een gigantische trog cement zie langskomen, besluit ik maar even te gaan kijken. Inderdaad, inmiddels is de halve muur verbrokkeld…
Zo gaat het dus vaker. En ja, misschien is het wel raar dat ik de enige ben die van zulke dingen schrikt. Want ‘Ja, oude huizen he?’ En ik wilde toch die romantiek? Van wonen op de eindeloze campo waar je zo mooi kunt paardrijden (Chaia en Bloem’s nieuwe passie hier) en dat het nu kersentijd is. Mandenvol krijgen we cadeau. Ik schik ze in mijn mooiste schaal en trek lekker toch een jurkje aan in plaats van steeds maar die verfkleren. Steve kijkt verbaasd op: ‘Hé, waar ga je naar toe?’
Alhambra-tegeltjes
In de hammam.