Ik ben dol op de maagd. Op de maagd van Montefrio dus.
Mijn overburen kijken me verbaasd aan. ‘Maar je bent niet eens katholiek.’
‘Nee, maar ze kijkt zo lief.’
Bloem en Chaia pesten me er soms mee. ‘Daar is mama weer met haar maagd.’
Want dan zie ik weer een lucifersdoosje met een plaatje van de maagd dat ik echt moet hebben. Of ik wil even een kaarsje branden bij haar beeld in de kerk (één euro erin en de hele rij schiet aan).
Dus ik verheug me al maanden op het grote feest van de maagd dat deze week plaatsvindt.
De maagd gaat wandelen, is het idee, haar versierde draagstoel staat al een hele tijd klaar in de kerk. Het wordt een kaarsjestocht. Van heinde en ver stromen de fans toe. Er rijdt zelfs ineens een feesttreintje door het dorp. Door Montefrio!
Twee feesten
Maar eerst is er nog ons eigen feest. Het huis is klaar, we openen het met een feest voor bouwers en buren. Engelsen en Spanjaarden zijn dat. En het zijn eigenlijk twee feesten. Want de Engelsen komen stipt om zeven uur. Ze nestelen zich in diverse hoeken met literflessen bier (deels zelf meegenomen) en van de barbecue willen ze alleen worst met ketchup. Maar dan wel heel veel.
Uren later komen de Spanjaarden nog eens binnenzetten. Zij eten wel allemaal mijn gezellige tapas van inktvis en snijden professioneel de ham van het been. Maar ze drinken geen cava, want nee, dat is eigenlijk alleen voor kerstmis.
Een verlicht zwembad vol kinderen, lampions, Ilco die sardientjes roostert, overal muziek. Het zou perfect moeten zijn en dat is het ook. Maar toch is het gek dat ik al die gezichten niet echt ken. Ja, gelukkig, mijn zus is er en dat is heerlijk. Zij drinkt cava en eet sardientjes en waagt zelfs een dapper dansje. Omdat zij er is, is het feest pas echt een feest. Morgen gaat ze weer weg, ik mis haar nu al.
Ik ben dol op de maagd. Op de maagd van Montefrio dus.
Mijn overburen kijken me verbaasd aan. ‘Maar je bent niet eens katholiek.’
‘Nee, maar ze kijkt zo lief.’
Bloem en Chaia pesten me er soms mee. ‘Daar is mama weer met haar maagd.’
Want dan zie ik weer een lucifersdoosje met een plaatje van de maagd dat ik echt moet hebben. Of ik wil even een kaarsje branden bij haar beeld in de kerk (één euro erin en de hele rij schiet aan).
Dus ik verheug me al maanden op het grote feest van de maagd dat deze week plaatsvindt.
De maagd gaat wandelen, is het idee, haar versierde draagstoel staat al een hele tijd klaar in de kerk. Het wordt een kaarsjestocht. Van heinde en ver stromen de fans toe. Er rijdt zelfs ineens een feesttreintje door het dorp. Door Montefrio!
De maagd is blij
Een dag later. Moe, mijn handen rauwgeschrobd van het opruimen en met de tranen om het vertrek van mijn zus nog in mijn ogen, gaan we naar het feest van de maagd.
Nog nooit zag Montefrio er zo sprookjesachtig en werelds uit. Zoveel mensen!
De maagd is ook blij, ze is omringd door geurige bloemen en iedereen klapt voor haar. In een eindeloze processie lopen we achter haar aan. Na een uur schuifelen, stort Dunya in. En Chaia is misselijk. Bloem zegt dapper: ‘Ik ben wel heel erg moe, maar ik ben blij dat ik het meegemaakt heb.’
Maar het einde van de processie halen we niet. Stiekem gaan we er tussenuit.
Ik kijk nog even om. De Spanjaarden zijn allemaal naar de kapper geweest en alle vrouwen lopen op hoge hakken. Behalve de zigeuners, die lopen juist nu, heel pelgrimsachtig, op blote voeten. Onze buurvrouw, die gisteren nog als een van de laatsten stond te schateren op ons feest, is nu een van de dragers van het beeld. Heel serieus en bleek. De devotie walmt als wierrook door de lucht.
Ik voel me net Alice (uit het boek van Lewis Carroll): ik kijk aan de andere kant van de spiegel.