Mijn buurvrouw heeft een kip voor me geslacht. Zomaar, als cadeautje. Hij voelt nog helemaal warm en, hoewel ze vreemd genoeg het vel er af heeft gehaald, zit de rest er nog aan. Ingewanden, de hanenkam, de kop. ‘Wij eten eigenlijk alles,’ zegt Belen. ‘Dus ook zo’n voetje?’ Ik houd twee witte kippenvoeten met tenen in mijn hand. ‘Ja, dat kan je lekker frituren met knoflook,’ knikt Belen, ‘als snack. Kinderen zijn er dol op.’ Ik knik ernstig. Goed, we gaan dus voor de hele kip.
Olijfolie
Kippenlevertjes, dat kan je op een toastje doen, als tapa. Maar de blaas en andere vreemde ronde dingen die ik in de buik van mijn kip vind? Ik geef ze toch maar aan de poezen. Over het braden zelf ben ik twee dagen aan het nadenken. Heel of in stukken? In de oven of op het vuur? Qua kruiden ga ik uiteindelijk voor salie en citroen, zeezout, verse peper en een beetje Montefrio-olijfolie. Boter is hier niet lekker. Logisch, er zijn nergens koeien in Andalucia.
De dag van de kip geurt mijn hele huis naar grootmoeders keuken. En ja, het lukt. Knapperig en toch sappig. Hoewel hij Spaans is, smaakt de kip Frans. Gelukt!
Mijn buurvrouw heeft een kip voor me geslacht. Zomaar, als cadeautje. Hij voelt nog helemaal warm en, hoewel ze vreemd genoeg het vel er af heeft gehaald, zit de rest er nog aan. Ingewanden, de hanenkam, de kop. ‘Wij eten eigenlijk alles,’ zegt Belen. ‘Dus ook zo’n voetje?’ Ik houd twee witte kippenvoeten met tenen in mijn hand. ‘Ja, dat kan je lekker frituren met knoflook,’ knikt Belen, ‘als snack. Kinderen zijn er dol op.’ Ik knik ernstig. Goed, we gaan dus voor de hele kip.
De kop
Blijf ik nog zitten met een kop en kippenvoeten. ‘Wij eten alles,’ zei Belen. Bedoelde ze daar ook zo’n kop mee? Hoe dan? De kop blijft maar in de koelkast liggen, verstopt voor Chaia. Die is namelijk fel vegetarier en in staat om zo’n kop onmiddellijk een waardige begrafenis te gaan geven.
Na een paar dagen wordt het belachelijk. Elke keer als ik naar de kaas grijp, heb ik die kop en pootjes weer te pakken. Ik besluit een rare tapa-maaltijd te maken. Met bloedworst, een stukje rog dat ik van de visboer heb gekregen om te proberen (‘gewoon met graat en al opeten’). En die voetjes dus. In stukjes gesneden, zodat je niet meer ziet wat het is.
Maar de kop gooi ik weg. Zachtjes, het is toch een hoofd – dat ben ik met Chaia eens. Vanuit de vuilnisbak kijkt hij me verwijtend aan.