Strooizout bijna op? Vertragingen van de NS en vreselijke files op de ring?
Het kan altijd nog erger.
Want toen de meiden en ik in Spanje aankwamen (Ilco is helaas nog in Nederland), was er ook sneeuw, maar helemaal nergens strooizout. Daardoor deden wij er algauw vijf uur over om van Malaga naar Montefrio te komen. Overal ongelukken en auto’s langs de weg. En onze berg kon je met de auto al helemaal niet op. Dat betekende met half-slapende kinderen en heel veel koffers een lange, nachtelijke sneeuwtocht naar boven. Het was zo glad dat ik mijn laarsjes moest uitdoen; ik kwam gewoon niet vooruit.
Eenmaal bij de cortijo was de stroom uitgevallen. Het was zo donker dat ik het slot van de deur niet kon vinden, tot Chaia, heel Isabel Snoek-achtig zei: ‘Mam, je mobieltje. Dat geeft licht’…
De moeder van Floddertje
Zo'n Spaanse boerderij heeft heel kleine raampjes. Het was pikdonker. Maar Bloem had algauw een kaarsenplan verzonnen: 'iedereen zijn eigen kaars en in je zak een doosje lucifers.' Zo kwamen wij tot de slaapkamer, waar wij een reusachtige dekenberg maakten. De verwarming deed het namelijk ook niet (net als de waterpomp trouwens) en er kwamen grote wolken stoom uit onze mond. Bloem sliep met pantoffels en handschoenen aan.
De volgende dag gingen we aan de slag. Het hout was kletsnat maar Bloem maakte een ouderwets kolenvuur in de open haard. We losten de kortsluiting op, dweilden de lekkages, lieten de telefoon en de verwarming repareren en de auto opladen (de accu was ook nog leeg). Aan het einde van de dag zag het er alweer heel anders uit in huis. Maar ikzelf leek nog het meest op de moeder van Floddertje nadat ze Floddertje en Smeerkees heeft schoongeboend na hun verfbad.
Strooizout bijna op? Vertragingen van de NS en vreselijke files op de ring?
Het kan altijd nog erger.
Want toen de meiden en ik in Spanje aankwamen (Ilco is helaas nog in Nederland), was er ook sneeuw, maar helemaal nergens strooizout. Daardoor deden wij er algauw vijf uur over om van Malaga naar Montefrio te komen. Overal ongelukken en auto’s langs de weg. En onze berg kon je met de auto al helemaal niet op. Dat betekende met half-slapende kinderen en heel veel koffers een lange, nachtelijke sneeuwtocht naar boven. Het was zo glad dat ik mijn laarsjes moest uitdoen; ik kwam gewoon niet vooruit.
Eenmaal bij de cortijo was de stroom uitgevallen. Het was zo donker dat ik het slot van de deur niet kon vinden, tot Chaia, heel Isabel Snoek-achtig zei: ‘Mam, je mobieltje. Dat geeft licht’…
Het kan nog erger
En toch. Ons leed is dan weer niets vergeleken met de rampen die de regen hier veroorzaakt. In Montefrio is een heel huis ingestort. Een dorp verderop (dat lager ligt) is overstroomd en daarbij is iemand verdronken. En de hele olijfoogst is verpest. De prijzen voor olijven zijn enorm gekelderd en de olijven kunnen bovendien niet geoogst worden omdat de grond te nat is. En al kon dat wel: ze zijn helemaal volgezogen met water en dus niet goed meer.
Bijna iedereen hier leeft van de olijven. Mijn buurvrouw Belen bijvoorbeeld. En Ramona, de moeder van Bloems vriendin Laura. De ouders van mijn vriendin Toni. In één klap de hele jaaromzet kwijt.