De nacht is hier zo zwart! Als de lampjes op de patio uitgaan, blijven alleen de sterren over. De lucht is koud, maar niet meer snijdend. Lente! In de oorverdovende stilte hoor je de kikkers kwaken bij de bron. En vlakbij in de olijfbomen zingt een vogel. De hele nacht hoor ik hem door het open raam onverstoorbaar doorzingen. Waarom zingt die vogel zo? denk ik door mijn dromen heen. Vogels in de nacht, dat kan toch helemaal niet…
Stadsmens als ik ben, begrijp ik pas de volgende dag wat ik heb gehoord: een nachtegaal!
(lees verder voor het mooiste nachtegaalgedicht ooit)
De nachtegalen
Ik heb van 't leven vrijwel niets verwacht,
't Geluk is nu eenmaal niet te achterhalen.
Wat geeft het? – In de koude voorjaarsnacht
Zingen de onsterfelijke nachtegalen.
J.C. Bloem (1887-1966)