Ik ben veel te vroeg.
Dat is altijd al erg, maar op een reunie helemaal. Dat komt: bijna alle oude klassen gaan samen leuk uit eten, behalve de mijne. Het is namelijk nogal een raar groepje, de jongens en de meisjes die samen met mij in 1985 eindexamen deden aan het Stedelijk Gymnasium in Haarlem. Veel solitaire gekken, reizigers, ondernemers.Pas na uren vind ik ze, verspreid over de diverse feestruimtes: zij die ooit mijn klas waren.
Haar
Het is een fascinerende avond, uiteindelijk. Voor zover ik kan beoordelen is er niemand dood (maar ja, die zou er dan natuurlijk toch niet zijn). Maar het is bij vlagen schokkend genoeg. Sommige klasgenoten herken ik niet meer. Mooie jongens zijn veranderd in zorgelijke heertjes met kale plekken op hun hoofd. Of helemaal kaal – je kunt al van alles zien aan het haar. De jongen waarvan iedereen dacht dat hij dood zou gaan aan een Naamloze Ziekte is nu een soort piraat met een woest kapsel. Het ogenschijnlijk saaie meisje heeft haar tuttige knotje los geschud en reist net als ik over de hele wereld. Sommigen van mijn vroegere klasgenoten zijn er jonger op geworden – ook dat kan dus (meestal hebben ze dan trouwens goed haar). En verder zijn we ook weer meteen allemaal vijftien, hoe we er ook uitzien. Met dezelfde grapjes, rituelen en gedoetjes van bijna dertig jaar geleden. Gevangen in een vacuum van tijd, en dat zomaar in een lawaaiige feestruimte in Haarlem Oost.