‘Ik ben boerin!’ Zo heet het blije boek dat Ilco voor mij heeft gewonnen. De Telegraaf gaf een aantal exemplaren weg aan diegenen die de leukste brief schreven. Ilco schreef ‘Mijn Amsterdamse vrouw woont sinds kort op een Spaanse boerderij en die heeft dit boek wel nodig’ (of zoiets) en nu ligt dat boek alweer maanden op mijn nachtkastje.
Tijdschriftvraag: ‘Welk boek ligt er momenteeel op je nachtkastje?’ ‘Eh….’
Maar goed, het is dus een blij boek en ik val er vaak heerlijk bij in slaap.
.
Dood met crocs
De schrijfster van dit boek komt dus ook uit de stad en via een geweldige knappe boer ('met wilde krullen' vertelt ze steeds) is ze verliefd geworden op het plattenland. De ruimte! De rust! Het eerlijke eten! De koe!
Ja, denk ik elke keer als ik dit boek lees, JA JA! Ik zit hier goed, ik heb dat ook. Oké niet die koe, maar wel voorbijtrekkende geiten. Ook heel idyllisch, dat geklingel van die bellen.
Toch zijn er ook verschillen tussen mij en de blije boerin. Zij trekt bijvoorbeeld soms stiekem haar 'hippe boots' uit voor praktische crocs en zoiets zal ik nooit en te nimmer doen. Ik wil nog niet dood gevonden worden met crocs (croqs? crocks? zie je, ik weet niet eens hoe je het schrijft). En waar de blije boerin genietend door de klei gaat, loop ik soms te zuchten en te steunen als de barones uit The sound of music. Gisteren nog. Had het geregend, is al erg, stap ik nietsvermoedend uit auto om vuilniszak in container bij de weg te gooien en zak dan letterlijk tot mijn enkels in die rottige klei. Leuke gestipte schoentjes met reuzenhak één bonk ellende. Verwoesterd, zou Chaia zeggen.
Dus? Denk ik a la de blije boerin: tsja, het wordt herfst en we wonen midden op de campo, laat ik eens op zoek gaan naar leuke frisse kaplaarzen?
Welnee. Ben vandaag onmiddellijk het dorp in gegaan om in de nazomeruitverkoop nieuwe hakschoentjes te halen. Ze zijn rood en onpraktisch en nu nog prachtig nieuw.