‘Ik ben jaloers op jullie kinderen,’ zucht de oude gymleraar van Bloem. Hij is haar mentor en we zitten al een half uur te praten – voornamelijk over hem. ‘Want ze zijn zo stoer.’ Ik kijk hem verbaasd aan. Stoer, wij? Spanjaarden – die zijn pas stoer. Stierenvechten, dag in dag uit bikkelen op het land in de hete zon, voetbal. Daar zijn ze allemaal goed in. ‘Maar niet in het opvoeden van hun kinderen,’ zegt de gymleraar. ‘Neem mijn eigen zoon, die is nu twintig. Zijn moeder heeft altijd alles voor hem gedaan. Hij kan nog lang niet het huis uit, laat staan uit Montefrio.’ En, op mijn ongelovige blik: ‘Zo hadden we dus laatst die kwestie met dat ei…’
Wereldstad
Chaia is ziek en Dunya (7) wandelt alleen de berg af naar de bus – de Spaanse moeders griezelen ervan. ‘Waar is je moeder?’ vragen ze verontwaardigd bij de bushalte (keurig aan het eind van het pad, ze hoeft niet over te steken, er is geen enkele kruising). Of, als het een beetje waait: ‘Waarom zitten jullie niet in je auto te wachten?’ Want alles moet met de auto. Kinderen die minder dan vijf minuten lopen van school wonen, worden nog met de auto gebracht. Alsof Montefrio een wereldstad is, vol gevaren onderweg. Dat wij een schommel hebben gebouwd aan de rand van de berg: ondenkbaar. De moeders staan erbij en schudden het hoofd. Dat we onze kinderen wel eens een uurtje alleen thuis laten: onvoorstelbaar, Of als Dunya’s verkering komt spelen, dan blijft zo’n vader rustig de hele middag aan onze tafel zitten. Het idee om zijn zoontje even alleen te laten, komt niet eens bij hem op.
‘Ik ben jaloers op jullie kinderen,’ zucht de oude gymleraar van Bloem. Hij is haar mentor en we zitten al een half uur te praten – voornamelijk over hem. ‘Want ze zijn zo stoer.’ Ik kijk hem verbaasd aan. Stoer, wij? Spanjaarden – die zijn pas stoer. Stierenvechten, dag in dag uit bikkelen op het land in de hete zon, voetbal. Daar zijn ze allemaal goed in. ‘Maar niet in het opvoeden van hun kinderen,’ zegt de gymleraar. ‘Neem mijn eigen zoon, die is nu twintig. Zijn moeder heeft altijd alles voor hem gedaan. Hij kan nog lang niet het huis uit, laat staan uit Montefrio.’ En, op mijn ongelovige blik: ‘Zo hadden we dus laatst die kwestie met dat ei…’
Tortilla
Maar ja, van al dat getut krijg je dus niet erg stoere kinderen. Dus hoe dat later moet met het stierenvechten, weet ik ook niet. Of met de zoon van de gymleraar. ‘De kwestie met dat ei,’ vertrouwt hij mij toe, ‘is dat mijn zoon zin had in een tortilla maar zijn moeder was er niet. Toen wilde hij zelf een tortilla bakken. Hij brak een ei… en rende gillend de keuken uit. ‘Het is bedorven, bedorven!’ riep hij de hele tijd. Uiteindelijk bleek dat hij nog nooit eiwit van een rauw ei had gezien.’