Met Dunya naar het badhuis in Granada. Van het hete naar het koude bad, op de warme stenen, onder de douche, mintthee inschenken, mintthee drinken, weer naar het hete bad, onder de douche… hoezo ontspannen? Dunya is overal en overal is Dunya. ‘Chaia kom je spelen? Bloem kom je douchen? Zullen we heel veel schuim maken? Nog meer! Mama mag ik in het stoombad? Waarom niet? Ik kan dat echt wel hoor. Wel! Maar ik… Papa, mag ik in het stoombad? Waarom niet?’ Gek word je ervan!
Chloor en stro
Het is diep in de nacht als we uiteindelijk terug rijden naar ons boerderijtje. Chaia slaapt al, Bloem droomt met open ogen. Alleen Dunya staat op haar kop op de achterbank. ‘Zo kan ik heel lekker slapen hoor.’
Afslag Montefrio, de laatste vijftien kilometer door de doodstille, zwarte campo. Dunya klautert op mijn schoot. En dan, eindelijk, valt ze ook in slaap. Plotseling, zoals alles bij haar altijd plotseling is. Ik voel haar lijfje steeds zwaarder worden. Kriebelig piekhaar onder mijn neus, de geur van chloor en stro. Heel stil is alles nu in de auto die zacht zoemt, ik durf bijna niet te bewegen. Het gebeeldhouwde gezichtje van een slapend kind. En het is alsof mijn hart groeit en groeit, zo groot ineens, het brandt een gat in mijn nepleren jasje, dat wegsmelt. En dan zijn Dunya en ik aan elkaar geplakt, zitten we zomaar heel, heel dicht bij elkaar te zijn.