‘Goed gedaan, schoonheid! Prachtige slalom.’ Verrast kijk ik op naar de skileraar, met zijn rode jas en lange donkere lokken. Alleen, hij kijkt niet naar mij. Hij bedoelt Dunya, mijn jongste dochter.
We zijn vandaag op de Sierra Nevada, het grote Spaanse skigebied bij ons om de hoek en het valt allemaal niet mee.
Sportgodinnen
Nog niet zo lang geleden vonden mijn dochters langvergeten schoolrapporten van mij terug. ‘Goed hoor mam!’ riepen ze enthousiast. ‘Alleen gym valt een beetje tegen….’ En inderdaad, het terugkerende zesje voor gym stak ietwat af bij de andere achten en negens. ‘Maar er staat wel: ‘doet ontzettend haar best’ ‘ riepen ze meteen bemoedigend. Mijn dochters, de atleten. Hoe vaak denk ik niet: hoe kan het dat ik – klein, niet bepaald sportief, niet bepaald lenig en met een conditie van niks – drie van die blonde sportgodinnen gebaard heb die snel en lenig zijn als katten en ook nog eens dol op alles wat met sport te maken heeft? Het moet de invloed van Ilco zijn natuurlijk: voormalig wedstrijdzwemmer, voormalig jeugdkampioen waterpolo, voetbal. Net zulke lange benen, net zo gespierd. Reuze leuk natuurlijk. Maar niet altijd.
Want vandaag moet ik tandenknarsend meemaken dat ik voor de zoveelste keer voorbijgestreefd word. Ooit kon ik best goed skiën, dat wil zeggen: ik had meerdere skivakanties achter de rug. Toen ging ik voor het eerst met Ilco die op zijn beurt voor het eerst op ski’s stond. Dat was een dag of drie heel gezellig. Totdat hij keihard voorbij scheurde en mij ergens midden op een helling achterliet. Een natuurtalent, inderdaad. En ditzelfde grapje heb ik achtereenvolgens meegemaakt met Chaia, Bloem en nu dus Dunya. Daar gaan ze met z’n allen de steile rode helling af en verdwijnen totaal uit mijn zicht. Durf ik? Nee, shit, ik durf niet. Ik neem –o nederlaag- als enige de telecabine terug naar omlaag.
‘Goed gedaan, schoonheid! Prachtige slalom.’ Verrast kijk ik op naar de skileraar, met zijn rode jas en lange donkere lokken. Alleen, hij kijkt niet naar mij. Hij bedoelt Dunya, mijn jongste dochter.
We zijn vandaag op de Sierra Nevada, het grote Spaanse skigebied bij ons om de hoek en het valt allemaal niet mee.
Nooit meer
‘Ik ga nooit meer skiën’ gil ik gefrustreerd in de auto op weg naar huis. Daar zijn ze stil van. ‘Of in ieder geval nooit meer met jullie’ nuanceer ik als we weer thuis zijn. De Sierra Nevada met al zijn poedersuikersneeuw blijft natuurlijk verleidelijk dichtbij. Maar de volgende keer ga ik mooi op een privécursus, om mijn wel zeer latente skitalent nou eens echt goed bij te spijkeren.
En dat dan bij voorkeur als die skileraar met die donkere krullen vrij is.