Wat deed ik deze zondag? In een lange processie door de olijfvelden lopen, omringd door oude vrouwtjes in flamencojurken en begeleid door valse trompetten en dwarsfluiten.
En wat had dat met Ajax te maken?
San Isidro
Dat het een belangrijke dag was voor het voetbal, wisten we allemaal, maar wie wist dat het ook de dag was van San Isidro, de beschermheilige van de olijfboeren? En laat deze sympathieke boerenheilige (in ieder geval zijn beeld) nou net wonen in het kapelletje bij ons om de hoek. Daar was dus paella, bier, flamenco en een lange processie in de hete zon. Ik was er al voor het tweede (of derde?) jaar en voelde me enorm ingeburgerd. Zo weet ik inmiddels hoe je moet lopen in processies (schaatsend), hoe je ermee moet keren op een smal weggetje (op precies het goede moment langs de kant gaan staan, wachten tot de kop van de stoet weer langs komt en dan weer aansluiten na de mensen van de hermandad), en dat het eigenlijk een enorm sociaal gebeuren is: je zoent de burgemeester, kletst met al je buren en raakt ondertussen langzaam in een soort trance van die rare muziek. Of anders wel van de hitte. De dametjes wapperden wild met hun waaiers en de priester in zijn lange witte gewaad droeg een zonnebril en een knalblauwe parasol.
Er was geen toerist te bekennen – tenzij ikzelf dat was.
Eufoor
De processie eindigde in de kapel. Normaal heb je in de campo geen bereik, maar nu leek San Isidro er zelf in te bemiddelen dat ik zo ongeveer voor het altaar doorkreeg dat tweeduizend kilometer verderop in de Arena Ajax kampioen was geworden. ‘Een van de mooiste momenten van mijn leven’ sms-te Ilco eufoor, gevolgd door ‘ We zijn nu aan het dansen in het spelershome’. Daarna werden de teksten minder coherent (iets met ‘Museumplein’), om uiteindelijk helemaal op te houden.
En ik zag het weer helemaal voor me: de feestjes tijdens Van Gaal op het Leidesplein, en de vorige keer dat ze kampioen werden, ook op het Museumplein.
Een echte feest
Terwijl nu. De Spaanse en Nederlandse meisjes die ik onder mijn hoede had, waren inmiddels uitgewaaierd richting suikerspinnen, springkussen en spannende jongens en kwamen alleen af en toe even snel geld bietsen. Mijn buren waren verderop enorm druk met het coördineren van de paella (belangrijk) en met het drinken van heel veel bier (nog belangrijker). Hoeveel makkelijker zou het leven zijn als ik van bier hield?
‘Vandaag is Ajax kampioen geworden,’ vertelde ik links en rechts en de Spanjaarden knikten, die snappen natuurlijk heus wel wat van voetbal.
Maar toch, ik miste ineens enorm ‘een echte feest’ (zoals Jari Limanen het kampioensfeest ooit noemde).
Is dit dan wat spleen is? (ha, ik kan het een keer gebruiken, zie het bericht ‘snoepjes’). Het is in ieder geval wat onthechting is. Niet hier en niet daar. Waar ben ik?