‘Enfants!’
De Belgische juf heeft aan een enkel woord genoeg. Precies tegelijk springen alle zwarte kinderen op en staan naast hun tafels. ‘Bonjour Anna van Praag,’ klinkt het in koor.
Anna is dus in Rwanda.
Of: ‘Kuifje in Afrika,’ zoals Ilco het liefdevol noemt.
Met een verpletterende koppijn begin ik aan de lange dag. Misschien door de malariapillen, misschien door de zenuwen, de Afrikaanse warmte… maar help, ik kan dit nu echt niet gebruiken. Niet ziek worden nu! Voordeel is natuurlijk wel dat die zenuwen vervolgens spontaan wegsmelten. Ik concentreer me het eerste deel van de dag vooral op het rechthouden van mijn hoofd.
Uren ben ik vandaag op de internationale school. Vijftien verschillende nationaliteiten in een klas – dat alleen al is een verhaal, vertel ik de kinderen. Later krijg ik briefjes mee: ‘Thank you for showing us how easy it is to become a writer’.’I learned that writing is a very good thing’. En ook: ‘The life of an author must be great’. Verder vinden ze het allemaal reuze ‘cool’ en ‘amazing’, dus daar krijg je de sterkste migraine wel mee weg.
Het komt spontaan weer terug bij een tv-interview in de enige boekwinkel. ‘Niemand van de kinderen hier kan een boek kopen,’ zegt de presentatrice. ‘Boeken zijn veel te duur.’ ‘Misschien kunnen de scholen… met ontwikkelingsgeld…’ hoor ik mezelf zwakjes stamelen.
Pal daarop beland ik voor een lunch in HET hotel van de film Hotel Rwanda. Ooit een gruwelijk kloppend hart van verzet in de oorlog, nu gewoon een fijn hotel met bananenbomen. Maar toch, dat zwembad is dus wel het zwembad dat honderden mensen het leven heeft gered toen ze het leegdronken tot de laatste druppel. Dat blijft toch raar. Net zo raar als dat iedereen hier doet alsof er niets aan de hand is geweest. Al die doden, al die massagraven: heb het er vooral niet over. ‘Het duurt drie generaties voordat mensen over zo’n oorlog echt kunnen praten,’ zegt mijn vader de psycholoog. Dat betekent dat pas de kinderen van de kinderen die ik nu lesgeef, die oorlog zullen gaan benoemen.
Schreeuwende juf
De school met de Belgische juf is anders dan de internationale school. Maar, hoewel ik me had gewapend voor doodse stilte, barsten ook hier de vragen los. ‘Heb je al over Rwanda geschreven?’ vraagt een jongetje. ‘Ik ken jullie verhalen nog niet echt,’ leg ik uit – want wat zijn nou twee korte bezoekjes in vier jaar. ‘Maar vertellen jullie mij die verhalen maar.’ Ik schrijf mijn email-adres op het bord, terwijl de klas opgewonden door elkaar begint te praten. Zelfs de juf , die in het begin nog zo eng streng was, schreeuwt nu het hardst van iedereen: ‘Ja, we gaan allemaal schrijven, kinderen!’
‘We moeten even wachten op stilte,’ zeg ik tegen een paar kinderen die braaf met hun vinger omhoog zitten te wachten tot hun juf eindelijk haar mond houdt. Het gaat goed, denk ik terwijl ik naar de rommelige klas kijk en mezelf vrolijk in verward Frans hoor meebrabbelen. Het is een begin – van wat dan ook. En dat voel ik vooral als de les is afgelopen en er een jongetje naar mij toekomt. Ik heb ook hier over Nooit meer lief verteld. Dat boek heeft al zo vaak zoveel teweeggebracht! Nu begint deze jongen zomaar, zonder me aan te kijken, een heel verhaal over ‘of het echt niet erg is dat je soms in je gedachten boos bent op iemand anders, bijvoorbeeld als die iemand die je kent heeft doodgemaakt.’ ‘Nee, dat is niet erg,’ zeg ik en wat ik wel vaker zeg: dat niemand nou eenmaal perfect is. ‘Nee,’ zegt hij opgelucht, ‘perfect zijn is ook maar saai.’ En dan knikt hij even en wandelt de klas uit. Nog even kijkt hij om: ‘Je t’ecrirai.’
Wordt vervolgd.
5 reacties op “Bericht uit Rwanda”
Ontroerend!
Wauw Anna,
Dat is niet Kuifje in Afrika. Maar de Sprookjesfee op oorlogspad. Kippenvel.
Succes! XXX
Met ontroering gelezen. Rwanda: een bizar mooi land. Kijk nu al weer uit naar je volgende verslag.
Ada
ook zeer ontroerd en het helemaal eens met de woorden van nancy.
je bent echt iets teweeg aan het brengen! ik ben trots en blij voor je. x
Wat een land om daar heen te gaan, met de kennis over Rwanda is niets daar simpel of vanzelfsprekend en ik heb het gevoel dat alles daar ‘aangetast is’ door het vreselijke leed en het verschrikkelijke geweld. Ook dat hotel met zwembad. Ik weet niet of ik het aan zou kunnen, maar je hebt je er knap doorheen geslagen. Maar misschien is het anders om er te zijn, zoals je schrijft, men wil er nu niet over praten en dan is het fijn om met de toekomst bezig te zijn en met gewone schoolzaken. Dat kan je dan geven.
Wat het lezen betreft – altijd vervelend dat je dan niet stapels van je boeken kunt uitdelen, in het Engels. Ik had dat in Suriname, ik maar vertellen, maar bijna geen kind kon een boek kopen. En daar spreken ze dan nog Nederlands. En als ik dan zag hoe ze genoten vond ik het zo jammer dat ik ze geen boeken kon geven. Ik had wel een stapel meegenomen, zoveel als ik kon dragen in mijn handbagage. Maar nog veel te weinig. Die stapel was zo op. Is er werk van jou in het Engels vertaald? En is het nu veilig in Rwanda?