Ik wil een joodse kandelaar! Het slaat nergens op, maar toch. Niet dat ik hem ga krijgen – en al zeker niet op tijd voor chanoekah.
Bij ons in Villa Africa zwerven spullen uit allerlei godsdiensten. Rare afgodsmaskers uit Kongo. Beschermende lipschotels uit Ethipopie (hang hem in je lip en alle bozen geesten schrikken zich een hoedje). En ook cadeautjes van onze Arabische vrienden, die rond de eettafel liggen en hangen. Een zilveren hand van Fatima bijvoorbeeld, die het boze oog weghoudt. En een soort ketting van kleine, bewerkte schijfjes die ook geluk brengt maar dan anders, geloof ik.
Na dit weekend staat daar ook een kerstboom bij vol met engelen en sterren. En met de zingende kerstman die we vorig jaar van onze Engelse buurvrouw kregen.
De Spaanse invloed blijkt uit het groeiend aantal kerststalletjes onder die boom. Dunya heeft er eentje gemaakt van olijfpitten, modder en spaghetti en Bloem heeft Jozef en Maria gebeeldhouwd van foliepapier – met een geweldig resultaat. Volgende stap is denk ik dat er nog meer reyes, de drie koningen, zullen aanschuiven. Want dat zijn de sinterklazen van Spanje en je moet natuurlijk elke mogelijkheid tot het krijgen van een cadeau aangrijpen, als kind zijnde (en trouwens, die drie laatste woorden mogen wel weer weg).
Grootvader
Laat uw leven sober zijn doch rijk aan feesten – zei mijn oude grootvader altijd en dat was een wijze man die snapte hoe het zat. Dus alle koningen, kerstmannen, engelen en sinterklazen mogen naar binnen in Villa Africa. Zelfs de profeet, stel dat die nog zou komen. Als er eten over is, roepen we vaak: ‘voor de profeet’ (en als hij dan niet komt en het eten wordt koud, dan is het voor de wilde katten, ook goed). Maar daardoor dacht ik laatst wel: en Chanoekah dan, dat is toch ook deze week? Ben ik het niet aan mijn joodse voorouders verplicht om op zijn minst een paar speciale kaarsen aan te steken? Het is toch raar dat niks in mijn huis (behalve boeken) verwijst naar het joodse?
‘Ik wil een menorah,‘ zei Bloem laatst zomaar. Want dat vond ze mooi: de zevenarmige kandelaar, symbool van het licht. Ik geloof trouwens dat joodse gezinnen met chanoekah nou weer een negenarmige kandelaar aansteken, maar dat voert me te ver. Zeven armen is ook al goed en dan elke dag een kaarsje. Maar ja, waar haal ik nou weer zo gauw een menorah vandaan, hier op mijn berg in Zuid Spanje? Wie het weet mag het zeggen.
4 reacties op “Koningen, kerstmannen en de pofeet”
Ja, het zijn er inderdaad 9. Het is mij een raadsel waarom er in Nederland 7 armen zijn. Je kan de menorah ook zelf maken maar dat is wel minder mooi!
Succes ermee.
PS het begint dinsdagavond:)
Nog een tip voor je: op 28 december kun je onnozele kinderen vieren. Ter herinnering aan de onschuldige jongetjes van Bethlehem die op gezag van koning Herodes werden vermoord.
Leuk voor Dunya, want de jongste mag die dag kiezen wat er gegeten wordt.
Dat wordt een dagje Granada vandaag 🙂 In de calle Jeronimo is een antiekzaak Tauriq, als hij het zelf niet zou hebben, weet hij vast wel waar….
Soms zijn typfouten zo heerlijk. Zoals pofeet.
Eten tot je poft, of ontploft.
Dat geeft ineens een heel andere dimensie aan die onzichtbare meeëter.