Categorieën
Verhalen van de berg

Bedirpst

‘Die twee bedirpsen het park’  zegt de heks van Paul Biegel over de prinses en de tuinman die elkaar stiekem ontmoeten. Precies dat gebeurt met mijn boek en het feest.

Het feest is de processie van San Isidro in het kapelletje van Montefrio. Maar het is ook het begin en het einde van mijn nieuwe boek. Ik schrijf het één en ik bezoek het ander en dat bedirpst elkaar enorm. En mij. Meestal loopt de wereld van een boek netjes parallel. Nu verwacht ik om elk hoekje een boekpersonage. Tegelijkertijd zit ik in mijn hoofd voortdurend het feest te beschrijven:  ze roeren in de paella met lepels als roeispanen, goed onthouden…
Daarom geen verslag van het feest, maar -primeur!- de eerste bladzijde van het boek, dat uitkomt in september.

Kom hier Rosa, voorproefje

Wanneer Sita de flamenco danste, vergat je dat ze blond was.
We waren op het feest van San Isidro, bij het kleine kerkje dat stond op een heuvel tussen de olijfbomen. Iedereen leek wel betoverd door hoe hoe Sita rondzwierde tussen de zigeunervrouwen. Haar zwarte rok was een grote bloem rond de dunne stam van haar lichaam. Af en toe zag je haar gespierde benen – maar net niet haar onderbroek.
‘Anda, anda! Olé!’
De een na de ander ging meeklappen, stampen, en de oude vrouwen begonnen hoog en hard te gillen.
Ik had het koud. Er waren wel meer feesten en ook meer heiligen, maar dit feest was altijd net op de rand van de lente. Het begon met een slome wandeling door de velden die ze processie noemden. Dat was vast een grappig gezicht voor alle geiten die daar graasden: een lange rij mannen in pakken en vrouwen met bloemen in hun haar die grote heiligenbeelden met zich mee zeulden, voorafgegaan door een paar muzikanten met klarinetten en trompetten die een bepaald soort treurige, slepende muziek speelden. Zo serieus als iedereen altijd was! Voor onze buurvrouw was het zelfs het hoogtepunt van het jaar. Maar zij mocht dan ook de heilige Isidro zelf vasthouden: een beeld, dat erg op Jezus leek. Versierd met koren en olijftakken want San Isidro was de beschermer van de boeren, hij zorgde elk jaar weer voor de olijfoogst. Je moest een beetje schaatsend lopen om zo’n beeld recht te houden en dat ging de hele stoet dan nadoen. Uiteindelijk kwam je in een soort trance want het duurde eindeloos. En daarna gingen we dansen en bloemen neerleggen in het kerkje en dan gingen de grote mensen bier drinken.  En eten – dat moesten we allemaal. Mijn vader maakte zo ongeveer honderd kilo paella. Nee echt, die pan alleen al was zo groot als een kinderzwembad.
Mijn vader.
Ik zie hem nog staan, in zijn gestreepte schort, door de opstijgende dampen naar Sita kijkend. Hij zag er gelukkig uit. Dat heb je met koks: alles met eten maakt hen blij. De paella van mijn vader was beroemd, zelfs onder de Spanjaarden.
‘Wat is Sita toch knap.’ Maria del Mar was naast me opgedoken met haar vissenogen. Zoals altijd  rolden ze bijna uit hun kassen.  Ik moest bij haar altijd denken aan het woord ‘doppen’. ‘Kijk uit je doppen’ – dat had God bij Maria del Mar vast een beetje te letterlijk genomen.
En nu staarde ze, zoals wel vaker, vol bewondering naar Sita. ‘Dat haar – zo blond als zij is.’
Zelf had Maria ook enorm haar best gedaan: lange rok, bloemen in haar knot en zo’n hoge kam uit de flamencowinkel.
Zo vriendelijk als ik kon vroeg ik: ‘Moet jij niet dansen, Maria?’
‘Niet de sevillana toch, die is echt te moeilijk.’
Ik knikte, ook al wist ikzelf nog steeds het verschil niet tussen de ene dans en de andere. Al die verschillende stapjes, het eindeloos draaien van je handen tot het pijn doet, zelfs liggend op je rok over de grond rollen. Sita kon het allemaal. Als ik het probeerde, ging ik na drie stappen al uit de maat. Dan voelde ik me net een soort reus die per ongeluk kleine mensjes vertrapte.
Ineens was het afgelopen, er klonk applaus. Een paar oude vrouwen gooiden met bloemen.
Sita keek om zich heen, terug uit de hemel. Als ze danst ziet ze niemand, nu zocht ze mij.

5 reacties op “Bedirpst”

Leuk begin, Anna! Ik zie nog helemaal voor me hoe het San Isidro twee jaar geleden was, ook de bijbehorende kou.
Ik ben benieuwd naar het vervolg!

Doet me denken aan het voorlezen dat onze meester vroeger deed op vrijdagmiddag… net als het heel spannend werd stopte hij en moesten we een week wachten.

Nu wil ik meer, Anna!

Ada

Hallo Anna,
we kennen elkaar niet… hoewel: ik jou misschien toch een beetje doordat ik je blog lees (via een Facebook-link van Floortje, geloof ik) en dan allerlei dichtbije dingen tegenkom. Zoals dezelfde uitgever en wonen in het buitenland. Maar nu wordt het echt te gek hoor, dat ik mijn dochter (3,5 mnd nu) Rosa heb genoemd, en jij je hoofdpersoon! We lopen elkaar vast een keer tegen het lijf.
Gefeliciteerd met je affe manuscript!
Leuntje

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *