Ik was een jaar of twtintig en ik zwalkte door Amsterdam. Ik woonde drie hoog achter in De Pijp en studeerde iets vaags. Ik zat niet bij een studentenvereniging want dat was ‘rechts’ en dus fout en ik liep door de Kalverstraat zonder geld terwijl ik eigenlijk een tentamen moest leren. Toen kwam die man op mij af.
Het was een leuke man, dat weet ik nog. Lang haar, iets hippie-achtigs zorgeloos. En hij wilde niet eens dat ik donateur van Amnesty ging worden of abonnee van Het Parool – nee, hij vroeg of ik zin had om een testje te doen. Ze deden een soort onderzoek naar geluk en ongeluk onder studenten in Amsterdam en ik was toch student, of niet soms?
Het was een betrouwbare man met een lieve stem, hij deed me aan allerlei bekenden denken. En ik had toch niks te doen.
‘Je moet wel even mee naar een zaaltje,’ zei de man nog. Normaal ga ik echt niet mee met vreemde mannen, maar er was iets fijns en tintelends aan zijn stem dat me lokte als de rattenvanger van Hamelen. Bovendien zag ik verderop nog een paar studenten met andere mannen en vrouwen meelopen, dus ik dacht: waarom niet?
En het zaaltje was een zaal! Zonnig en hoog en het rook naar koffie. De test was gewoon leuk. Het deed me denken aan die quizzen in meidenblaadjes, die vertellen wat voor type jij bent. Heel veel ‘Wat zou jij doen als’- vragen.
Onzeker
‘Wil je weten hoe je hem hebt gemaakt?’ vroeg mijn nieuwe vriend. Hij pakte er een pen bij en kwam gezellig tegenover me zitten. ‘Ha, ik ziet het al. Je bent heel creatief, maar ook slordig en soms een beetje te impulsief. Toch?’ Ik knikte. ‘Hm, en ook onzeker, waar komt dat vandaan? Of zie ik het verkeerd?’
Nee, hij zag het niet verkeerd en voor ik het wist had ik zo’n soort gesprek als je normaal na twaalven in het café hebt. Er gebeurde iets belangrijks, dat voelde ik wel. Die man was echt in mij geinteresseerd en hij zei enorm slimme dingen.
Pas bij het derde kopje koffie kwam het foldertje tevoorschijn.
‘Ze geven hier cursussen om je sterker te maken.Ik heb er zelf veel aan gehad. Hier, ik kan je ook wel een boek meegeven.’
Dus toch, dacht ik teleurgesteld. Het ging helemaal niet om mij, het ging om een cursus. Alsof er een wolk voor de zon schoof, ineens had ik geen zin meer in dat gesprek. En ik moest trouwens hoognodig mijn tentamen gaan leren.
Maar de echte schok kwam pas toen ik weer op straat stond met het boek dat ik toch maar had aangepakt en omkeek naar het mooie oude gebouw. Op de gevel stond een reusachtig bord waar ik raar genoeg eerder helemaal niet op had gelet.
The Amsterdam Church of Scientology.
En nu eigenlijk even dit fascinerende filmpje kijken:
Één reactie op “Je moet wel even mee naar een zaaltje”
Wat een geweldig leuk geschreven stukje, heeft mij zeer vermaakt! En het einde was ook heerlijk, moest er hard om lachen. Bedankt!