Categorieën
Verhalen van de berg

De eindeloze zee

Coca Cola, mobiele telefoons en gegrilde kip. De muziek van de film Titanic en Harry Potter. Dat zijn dingen die ik op al mijn reizen tegenkom. Zelfs diep in de jungle of bij animisische dorpjes.

In Indonesie viel het trouwens wel mee met Harry. Daar heerst Twilight, de lekkere vampier-chicklit, en ook De Hongerspelen. Disney zie je ook wel vaak maar bijna nooit kinderboeken van daar. Zo jammer!
Vorig jaar stond ik voor een raar dilemma. Ik was uitgenodigd om over mijn boeken te komen vertellen op scholen in Rwanda. Rwanda! Nog niet lang geleden een gruwelijke genocide achter de rug, armoede alom, amper geld voor scholen. Laat staan boeken. Laat staan mijn eigen boeken want die zijn niet vertaald in het Frans of het Engels. Toch zei ik ja. Waarom eigenlijk? Misselijk van de zenuwen stapte ik in het vliegtuig. Wat moest ik in vredesnaam zeggen tegen die kinderen? Was dit geen idioot staaltje van neokolonialisme?

Juf Mieke

Maar hoog boven dacht ik ineens aan mijn eigen juf. Mieke. Ze gaf Nederlands en in mijn herinnering was ze eigenlijk alleen maar aan het voorlezen. Ik zat op een rare school waar op zaterdag les was. Maar dat was altijd heerlijk want op zaterdag hadden we een dubbeluur Nederlands. We haalden warme stroopwafels van de markt en Mieke begon. Van Kees de Jongen tot Osewoudt en Saidjah en Adinda, of zelfs het dode ‘Constantijntje salig kijndje’ – door de bulderende en dan weer openlijk ontroerde stem van Mieke werden ze vrienden voor het leven.
Later liet Mieke ons zelf schrijven en de manier waarop ze me aanmoedigde, heeft er zeker toe bijgedragen dat ik het velen jaren later aandurfde om zelf echte boeken te gaan schrijven.
Met juf Mieke in mijn achterhoofd stort ik me in de Rwandese scholen, met als enige wapen mijn liefde voor verhalen en verbeeldingskracht. Ik lees voor, ik vertel, ik laat de kinderen zelf schrijven met fouten en al. En precies hetzelfde doe ik bij de leraren.
En het werkt! Stralende ogen, gegiechel, zelfs tranen als ze mompelend hun eigen verhaal voorlezen. Natuurlijk, als de kinderen verder willen lezen, is de bibliotheek beperkt en hapert soms de geschreven taal. Maar toch, er is een begin. En zoals Antoine de Saint Exupery zo mooi zegt: ‘Wanneer je een schip wilt bouwen, roep dan geen mannen bij elkaar om hout te verzamelen, het werk te verdelen en orders te geven. Maar leer ze te verlangen naar de eindeloze zee.’

Gruwelijk plan

Mijn triomf komt als op een officiele lerarenavond een verdwaalde Nederlandse dame opstaat met een gruwelijk plan: van een aantal klassiekers uit de wereldliteratuur wil ze ‘adaptaties’  maken in het Rwandees.
Gelukkig springt er meteen een jonge, bevlogen leraar op. ‘ Denk jij dat wij niet begrijpen hoe andere maatschappijen in elkaar zitten? Dat we dat niet zien op tv of op internet? De verhalen daarvan willen we gewoon kunnen lezen zoals ze geschreven zijn.’
‘En er dan vervolgens onze eigen verhalen aan toevoegen,’  zegt een andere leraar nog.
Aan hem moet ik denken als ik door de spaarzame boekwinkels van Indonesie dwaal. Het is allemaal een kwestie van tijd. De verhalen zijn er al, dat weet ik zeker. Ze hoeven alleen nog maar te worden opgeschreven.

Vandaag verschenen als column op Leesplein:
http://www.leesplein.nl/LL_plein.php?hm=1&sm=2&id=100

Één reactie op “De eindeloze zee”

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *