De meester van de Theo Thijssenschool is not amused door mijn vorige blogje. ‘Je hebt er niet echt veel zin in he?’ En dat hij het de kinderen ook al even heeft laten lezen.
Ja maar, wil ik tegen de meester zeggen. Dat hij tussen de regels… en dat ik nou eenmaal… en dat ik heus wel…
Maar ja, je bent wat je schrijft. Dat vindt die meester natuurlijk en hij heeft gelijk. Het is niet de eerste keer dat mijn eigen woorden me vangen in een web dat ik per ongeluk heb geweven.
Thuiswedstrijd
Moe of niet, met een kater ook nog, ik stort me er gewoon weer helemaal in. En natuurlijk wordt het een topdag vandaag op de Amsterdamse scholen. Een thuiswedstrijd met enorm leuke kinderen met eindeloos veel fantasie. Met tot slot echte Spaanse tapas die de moeders hebben gemaakt, een meisje in een Spaanse jurk en als toegift een klein schattig jongetje dat mij stralend een tekening in de hand drukt. ‘Deze heb ik speciaal voor jou gemaakt, ik ben er heel lang mee bezig geweest Je mag in het vliegtuig pas kijken.’
Vallen en opstijgen
Ik voel me regenachtig als ik de trein pak naar Schiphol. Mijn koffer vol kaas, bruin brood, drop en stroopwafels, als de eerste beste toerist. En Tosca Menten’s boekje met de moeilijke titel erbovenop. Het is bijna niet te geloven dat het nu echt klaar is, al die boekpromotie achter elkaar. Dat ik eindelijk weer gewoon mag gaan doen wat ik het liefste wil: boeken schrijven. Zodra ik op mijn vliegtuigstoel zit, val ik in slaap. Dat vallen en opstijgen tegelijkertijd is een bijna hallucinerend gevoel.
In Spanje lopen de mensen in hempjes en korte broeken, ook al is het inmiddels nacht. Maar ik denk aan die zeventienhonderd (ik heb de papieren geteld die ik heb uitgedeeld) kinderen in Nederland, voel nog steeds de spotlights. Sentimenteel pak ik de kindertekening van dat ene lieve jongetje uit mijn tas. Is het wel een tekening? Die jongen had van die droomogen, misschien kan hij ook wel mooi schrijven.
Maar nee, het is echt een tekening, knap gedaan ook nog. Mijn moeie ogen moeten eerst even scherpstellen maar dan zie ik het duidelijk: een zeer goed lijkende en mooi ingekleurde afbeelding van Geronimo Stlton. Die muis.
2 reacties op “Zeventienhonderd kinderen”
Wat raar van die meester om dat te zeggen en het op die manier aan de kinderen door te geven… wat wil iemand daar nou mee bereiken? Ach ja, ik denk dat die 1700 (!) kinderen het heel leuk hebben gehad met jou. Rust lekker uit op je berg. En ik vind je blogs heel mooi, je leest daarin precies de dubbelheid van het schrijversleven: de lulligheid en armoedigheid, soms, en de poëtische en drugsachtig mooie momenten, ook. Haha!
Ik vind het heel erg grappig! Ik wilde je alsmaar terugschrijven over die muis, en ik kon de rust niet vinden, en nu heeft hij het zelf gedaan! Kom op! Het is 2012. Deze moest je nog even oplossen en zelfs die komt naar je toe. Je zit in een grote geluksbaan Anna, hang die tekening op je schrijverskamer. liefs Esther