‘Jij schrijft over schildpadden en seks.’
Soms wilde ik dat niemand mijn boeken las. (Even off topic, maar te verleidelijk om in te koppen: als Leopold doorgaat met mijn boeken zo razendsnel te verramsjen, komt die wens vanzelf uit).
Dan zouden mijn verhalen heerlijk maagdelijk blijven, onbezoedeld, geladen met precies die zeggingskracht die ik wilde dat ze hadden.
Naar
Lezers zeggen de raarste dingen over wat ik schrijf. En dus over mij. Natuurlijk bén je wat je schrijft, op zijn best is dat in vermomming. En daarom komt het ook zo hard binnen. Schildpadden en seks, zegt een juf van een school. Waar slaat dat nou weer op??? Ik hou helemaal niet van schildpadden.
Of deze: veel te naar voor kinderen (een bibliothecaresse over Nooit meer lief).
En als absoluut dieptepunt van de laatste tien dagen, de volgende scene.
Jongen, negen jaar: ‘Ik heb twee boeken van u gelezen en ik vond het helemaal niets.’
Ik, net drieëenhalf uur in de trein gezeten om in zijn klas in Oost Groningen te komen vertellen over mijn boeken: ‘Welke boeken heb je gelezen dan? En hoezo vond je het niets?’
Jongen haalt chagrijnig zijn schouders op. ‘Nou, gewoon, de stijl.’
HOERA
Ik moet niet te vaak zo direct beoordeeld worden, dat is te slecht voor mijn ego. Natuurlijk, er staan ook fijne opstekers tegenover, zoals een meisje dat het lezen van een boek van mij omschrijft als ‘het beleven van een bloedstollend maar ook prachtig avontuur’. Maar zelfs dat. Laat mij maar lekker in mijn schulp, op mijn berg, mijn publiek al net zo imaginair als de personages over wie ik schrijf.
En dat kan dus ook. want precies terwijl ik dit zit te schrijven komt er een mailtje binnen wat pas echt bloedstollend is: voor heet eerst in mijn lange schrijversleven krijg ik een echte werkbeurs – geld dus- voor het rotboek dat ik aan het schrijven ben (en waarvan versie drie net weer door de uitgever -en mij- is afgekeurd, maar dat terzijde).
Ik begin meteen te trillen en wil het liefst keihard gillen. Maar ik zit in de trein (naar weer een andere school) dus ik denk alleen maar heel, heel hard: HOERA!
Één reactie op “Bloedstollend”
Eerste deel herkenbaar. Helemaal erg is niks horen.
Laatste deel: Gefeliciteerd.