‘Ik kon geen kant op, totaal voor het blok gezet. Ik bedoel: ik had niet eens een pot pastasaus in huis.’
Rare zinnen, schrikzinnen, die blijven hangen, zinnen die kortsluiting veroorzaken. Ik verzamel ze. Of nee, het is anders: die zinnen komen naar mij toe, de hele dag door. Allemaal echo’s van pratende mensen in mijn hoofd.
Uitverkoren
Vooruit, nog een paar, de oogst van de laatste dagen:
‘Toen ik mijn moeder overgaf, ging ze huilen.’
‘Heb je het al gehoord? Er zijn steeds meer mensen uitverkoren.’
‘Dus je hebt het heel druk op je werk? Slik je wel genoeg paracetamol?’
‘Nu ik een kind heb, speel ik nooit meer toneel.’
‘Eerst ging mijn vader en daarna, heel snel, mijn zus. Blijkt dus een zeer erfelijke vorm van ALS te zijn.’
Mega-inzicht
Ik hoor die zinnen en mijn brein maakt er onmiddellijk een verhaal bij. Altijd en onmiddellijk, bijna een dwangneurose.
Maar pas nu ik dit citaat (van Margaret Atwood) tegenkom, begrijp ik waarom:
“When you are in the middle of a story it isn’t a story at all, but only a confusion; a dark roaring, a blindness, a wreckage of shattered glass and splintered wood; like a house in a whirlwind, or else a boat crushed by the icebergs or swept over the rapids, and all aboard powerless to stop it. It’s only afterwards that it becomes anything like a story at all. When you are telling it, to yourself or to someone else.
Mega-inzicht: dat is het precies! Ik vertel de hele dag door verhalen -bijvoorbeeld hier, in dit blog- om de chaos te bezweren. En dat geldt natuurlijk al helemaal voor mijn eigen verhalen.