‘We hebben een man nodig,’ zeg ik tegen Marije. Om onmiddellijk van standpunt te veranderen: ‘Nee, we gaan dit zelf doen. We hebben géén man nodig.’
Mijn moeder heeft me goed jaren tachtig opgevoed. Mannen moeten ook koken en vrouwen moeten hun eigen geld verdienen. Dat soort basisprincipes waar je ver mee komt.
Maar het was ook fijn om op een gegeven moment dingen te denken als: ‘Ik haat bandenplakken en ik doe het lekker niet.’ Of: ‘Vrouwelijke charmes zijn enorm handig als je met autopech langs de snelweg staat.’ Of zelfs: ‘Wat is er eigenlijk mis met de man als kostwinner?’
Ook met die principes kan je ver komen.
De feministische moederschoot
Maar eenmaal op de berg in Spanje was er niet altijd een man in de buurt op ieder cruciaal moment. Dus kan ik inmiddels gastanken vervangen, (lichte) stroomstoringen oplossen, een enorme olijfpittenoven draaiend houden, zware vuilniszakken sjouwen en voor de verbouwing in Nederland profi al het sanitair bestellen waarbij ik serieus woorden gebruik als ‘softclose toiletdeksel’.
Terug in de feministische moederschoot dus en dat wil ik op mijn beurt overdragen op Marije nu ze hier is. Marije is de vroegere nanny en zesde lid van de familie. Soms voelt ze als een vriendin van me, soms als een dochter. En in beide gevallen wil ik stoer overkomen als er in huis een geiser kapot gaat. Geen man nodig, wij fiksen dat zelf. En het coole is: we fiksen het ook! Bijna geven we op, maar dan ineens vindt Marije een verborgen mechanisme en hup, het ding brandt weer. Wat nou man nodig?
Cirkelzaag
Maar diezelfde middag doe ik het allemaal weer teniet als ik middenin de campo kans zie om mijn voorbumper muurvast te draaien in iemands in de grond verankerde tuinhek. Ik blokkeer meteen de ingang en iedereen is verbijsterd hoe me dat gelukt is. Vooral de twee toegestormde mannen. Ik heb mijn auto vol meiden, maar niemand heeft een clou hoe dit op te lossen (al gaat Dunya wel gewichtig onder de auto liggen kijken). Ikzelf denk vaag iets met ‘mannen’ erin – en dan heel specifiek garagemannen. Maar de twee mannen die er zijn kunnen het ook. Krom en grijs en misschien wel zeventig zijn ze. Maar niet veel later staan ze woest met lasbrillen op iets te doen met een cirkelzaag (waarvan Marije wel en ik niet weet dat het een cirkelzaag heet). Hek kapot, auto vrij.
Eenmaal thuis is er een mailtje van de Nederlandse aannemer: ‘Bedankt voor je sanitair-bestelling, Anna, goed werk. Je was alleen alle stortbakken vergeten…’
2 reacties op “The male thing”
Lachen. . .
Ach, alles kunnen, daar is geen leuk blog over te schrijven.
Ada