Lang was de reis
niet,
eindeloos mocht
hij zijn,
zonder transit
zonder controle
zonder bestemming.
Met als enig doel
naast je te blijven.
(R.Luijters)
Lees verder
Lang was de reis
niet,
eindeloos mocht
hij zijn,
zonder transit
zonder controle
zonder bestemming.
Met als enig doel
naast je te blijven.
(R.Luijters)
Lees verderAmsterdam. Totaal aantal afgelegde kilometers op de reis: 76100!
Het gebeurde in België. ‘Wat een spoorvorming hier,’ zei ik nog.
‘Spoorvorming? Ik vraag me af of dat het is,’ zei Ilco en greep met volle kracht het stuur vast.
Zwalkend reden we Antwerpen binnen, ik weer ouderwets met het zweet in mijn handen, net alsof we een of ander moeilijk oerwoudtraject aflegden. Bij elke passerende vrachtwagen werden we opzij geworpen. Om het nog extra dramatisch te maken begon nu ook de ruitensproeier uit zichzelf leeg te lopen. Schuimend water kolkte naar binnen over Ilco’s schoenen heen. Zeerover wilde niet terug naar Nederland, dat was wel duidelijk.
Gelukkig vonden we een garage die aan het schroeven en bijstellen sloeg en zo konden we, alleen maar met versleten schokbrekers, toch Amsterdam halen. Gezellig schommelend met tachtig kilometer per uur, achter de vrachtwagens. De ring op… en zo in de armen van zestig, zeventig vrienden en familie. De dag eindigde in een warme champagnewolk. Ineens was het half twee en lag ik in een bed in Amsterdam me te verbazen over hoe snel het plafond rond wervelde, overdonderd als na een bruiloftsfeest.
(Parijs, km 75350)
Schaatsbanen, kerstmarkten, lichtjes: de terugrit naar Nederland is een lange rit door Kerstmis Wonderland. Vooral Madrid is een kersttip, alle straten fonkelen en schitteren je tegemoet. De verwarming in de auto is gemaakt, een heleboel oude reisspullen zijn (met moeite) weggegooid om plaats te maken voor dozen vol Spaanse cava. Nog even en we rijden Amsterdam weer binnen. Thuis voor Kerstmis. Of is Spanje nu thuis? Op dit moment is thuis waar onze familie en vrienden met open armen op ons wachten.
Bij onze vriend Jean-Marc in Parijs, die we het laatst zagen in Timboektoe, blijven we een paar dagen logeren. Overal affiches, fotoboeken en elegante souvenirs van Afrika in dit huis – het voelt vertrouwd en toch ook heel ver. Afrika als exotische decoratie van het leven in het twintigste arrondissement, hoe vreemd is dat? Het wakkert mijn gemis alleen nog maar aan. ‘Het houdt niet op,’ zegt Ilco troostend, ‘echt waar, het houdt nooit op.’
(Montefrio, km 73750. Gaan we hier wonen: JA!)
‘Had jij gezien dat hier zo’n enorm balkon was?’ ‘Nee, jij?’
Bij ons tweede bezoek aan het zigeunerhuis schijnt de zon. Het huis, dat we puur op gevoel gekocht hebben, blijkt alleen nog maar mooier. De eigenaresse, de Engelse Michaela, staat er al net zo bij te stralen als wij. Als we later bij de notaris de verkoopvoorwaarden gaan vaststellen, zegt de makelaar dat hij nog nooit zoiets heeft meegemaakt: ‘Normaal vliegen koper en verkoper elkaar in de haren, jullie zijn alleen maar vreselijk aardig.’ ‘Hoe wil je de betaling?’ ‘Zeg jij het maar.’ ‘En die mooie kast in de keuken…?’ ‘Zal ik die laten staan?’ Zelfs het rode sportwagentje voor de deur, waar Ilco zijn zinnen op heeft gezet, kan misschien worden overgenomen. Mijn moeder de astrologe zou vast zeggen dat de sterren goed staan voor contracten vandaag.
(Malaga, km 73450. Gaan we hier wonen… lees verder!)
Na het verfijnde maar in zichzelf gekeerde Italie is Spanje een feest van uitbundigheid. Overal kleuren, kunst, moderne architectuur. En ook Zara, BBCWorld en Internet. De wereld komt weer binnen en dat is precies waar we zin in hadden. We kopen geweldige kleren van hippe Spaanse ontwerpers en drinken Spaanse wijn, die inderdaad niet zo elegant is als die in Italie, maar zeker zo vrolijk maakt.
En verder gaan we maar weer, naar het zuiden. ‘Nog even en jullie piepen zo die grens naar Marokko weer over’ schreef een vriendin van Ilco en stiekem denken we dat zelf ook af en toe. Want Andalucia, waar wij nu onze zinnen op hebben gezet, ziet grauw van de regen. Misschien dom, maar we hadden er niet aan gedacht dat we nog door diverse bergketens moesten rijden voor we er waren. Overal sneeuw! En dat terwijl de verwarming van Zeerover er al heel lang geleden mee is gestopt (wie heeft er een verwarming nodig in Afrika?). De kinderen zitten onder dikke dekens op de achterbank warme chocolademelk van het tankstation te drinken en ik droom naast Ilco van Mozambique.
(Ibiza, km 72050. Gaan we hier wonen: nee, veel te geisoleerd en jetset).
Het is de zaterdag voor World Aids Day. Over de hele wereld zijn jongeren aan het dansen. Tegelijk. In sporthallen, clubs, buiten op pleinen, op blote voeten en op de nieuwste Nikes. Ze dansen voor het leven, voor een betere toekomst met meer vrijheid en vooral minder Aids – nog steeds een van de ziektes die vooral jonge mensen treft.
Ik heb Dance4Life zien groeien. Van noodkreet tot plan tot internationaal dance event. Jarenlang heeft Ilco voor Dance4Life over de wereld getrokken en nog steeds is hij een van de ‘ambassadeurs’. Vier jaar geleden danste ik mee in Nederland. Op grote tv schermen zagen wij ze toen ook dansen in Zuid Afrika en Indonesie. Twee jaar geleden dansten Ilco en ik onder de pyramides van Egypte, samen met jongeren voor wie dansen zelf al een revolutionaire daad was.
Dit jaar zijn er negentien landen die meedoen. Via de satelliet zijn ze één kwartier allemaal met elkaar verbonden, dansen ze allemaal tegelijk. En wij dansen, samen met onze dochters, mee in Ibiza.
(Rome, km 70750. Gaan we hier wonen: niet in Rome, maar…).
In restaurant Africa in Rome slaat het weer toe. Reisheimwee. Het lichte, wilde lied van Afrika. Vorig jaar zaten we er nog middenin…
En dat, terwijl we net deze week voor een tweede keer zijn gaan kijken bij de boerderij in het dal van Lauria, tweehonderd kilometer onder Napels. Land, uitzicht, fruitbomen. Het is volgens mij de droom van heel veel mensen: zo’n huisje voor een prikkie kopen en heel mooi maken. Je eigen avocado eten op de patio, onder de bloemenpergola. Een zwembad erbij voor hete zomers.
De buurvrouw komt koffie en zelfgebakken koekjes brengen. De meiden testen de kwaliteit van de klimbomen. En de architect staat te popelen om te beginnen. Alsof dat nog niet genoeg is, worden we naar het huis toe geleid door zo ongeveer de grootste regenboog die ik ooit heb gezien.
Een droom, inderdaad. Maar is het ook onze droom?
(Gaggi, km 69985. Gaan we hier wonen: tsja…).
Het was als een blind date. We hadden zin om verliefd te worden. Hadden ons er enorm veel van voorgesteld. ‘Een historisch moment,’ zei ik bij de overtocht, ‘voor het eerst gaan we voet zetten op Siciliaanse bodem.’
We stonden op verlaten stranden waar de zee bijna Caribisch blauw is, reden door het lege, stoffige binnenland en dachten aan Amerikaanse westerns. Dronken kleine kopjes koffie in barretjes omringd door mannen in pakken met zwarte zonnebrillen op hun neus. Liepen door hip Catania, waar de gemiddelde leeftijd ergens rond de twintig moet liggen en kochten zwaardvis op de vismarkt van brokkelig Palermo. s Avonds keken we hoe de kastanjeventer in het gele licht van de oude lantaarns naar huis sjokte. En overal hingen de citroenen en sinaasappels aan de bomen, plukte Dunya handenvol mandarijnen en proefden we de eerste olijvenoogst, weggespoeld met de meest geweldige wijn voor maar drie euro.
Ja, zeiden wij tegen Sicilie, ja ja JA!
(Cefalu, km 69515. Gaan we hier wonen: ? – volgende week eindbalans Sicilie).
Het is zondagochtend, alleen Dunya en ik zijn wakker. Boven de bergen komt de zon op over Sicilie. De zee is glad als een vijver, beneden ligt het oude Cefalu met zijn smeedijzeren balkonnetjes en wapperende was in alle kleine straatjes. De kerkklokken weerkaatsen in het dal en in de verte zingt alweer de eerste politiesirene.
Ik schrijf over Sinterklaas, een boek dat pas volgend jaar in de winkel komt. Met blote benen in november, kopje sterke espresso naast de computer.
‘Wat speel je Dunya?’
‘Ik speel dat mijn poppen op reis gaan.’
Ik speel dat het Sinterklaas is. Dat het Nederland is en een groepje kinderen Sinterklaas de mijter van zijn hoofd willen trekken. Het ziet er niet goed uit voor Sinterklaas, maar ik weet nu al dat het goed komt. Hollandse beelden: chocoladeletters, de folders van Bart Smit, wie stout is de roe. Ik zap heen en weer tussen de pepernoten en de espresso. De olijvenoogst is hier begonnen, overal van die zwarte poepjes op de grond. Als het hier al regent, regent het olijven.
(Palermo, km 69105. Gaan we hier wonen: weet ik nog niet).
Heksennieuwjaar. In de nacht van 31 oktober op 1 november begint bij de heksen het nieuwe jaar. In die nacht gaan alle grenzen open,ook die naar de geestenwereld. Het is hét moment voor magie en wenskracht.
Precies twee jaar geleden kreeg ik op 31 oktober een mailtje van de goede geesten, of eigenlijk van de uitgeefster van Leopold. ‘Vanaf nu gaan wij je boeken uitgeven,’ schreef ze. In mijn eentje zat ik te juichen achter de computer. Zo’n gevoel alsof je ingeloot wordt op je favoriete middelbare school. Beter nog. En mijn eerste boek bij Leopold was – hoe kan het ook anders – Het heksenhotel.
Dit jaar is er weer een mail op 31 oktober. ‘Je nieuwe boek is uit,’ schrijft de uitgeefster, ‘het ligt hier voor me op mijn bureau en het is heel mooi en spannend.’ Mijn nieuwe boek! Moord in de jungle, het boek dat ik in Afrika schreef. Het is het verhaal van Isabel Snoek, een detective met sproetjes die de hele wereld over reist. Een hele week vroeger dan gepland is ze ter wereld gekomen. En jullie kunnen haar allemaal eerder bewonderen dan ik! Doe dat en zegt het voort: Isabel Snoek is NU in de winkel!