Categorieën
Afrikareis

“Magic in a magical land”

(Tofo, km 28844 )Toen we ons huis in Durgerdam verkochten en het allerbelangrijkste inpakten om twee jaar met Zeerover op reis te gaan, zag ik er vooral tegenop om alle feesten te moeten missen. Zoals Sint Maarten. Oma’s, vriendinnen, kinderen uit de stad – ze kwamen allemaal bij ons. Ik maakte een enorme pan erwtensoep of bruine bonen en ik bakte koekjes die we versierden om uit te delen aan de kinderen die met hun lampion voor onze deur liedjes kwamen zingen. Ik stak kaarsen aan in de vensterbank, maakte worst warm en dronk een paar borreltjes bij onze onvolprezen buurman Ton. Hoe moest dat in Afrika?
Het eerste wonder is dat ik het niet meer erg vind. “Ach, het is morgen Sint Maarten,” zeg ik alleen maar. Het tweede wonder komt van onze drie dochters. Ineens gaan ze in de weer met zaklantaarns, knuffelbeesten en zelfs Dunya’s roze zwempakje. Het resultaat is verbijsterend. In de pikdonkere nacht aan het verlaten strand (geen maan en geen elektriciteit) branden ineens drie betoverende lampions. Ik sta bij de voordeur van het hutje, met een inderhaast bij het tankstation gekochte zak snoep, Ilco speelt bij de achterdeur buurman Ton: “Zo, rotkinderen, zing dan eens. Of kunnen jullie dat niet meer?” Dunya heeft in razend tempo een heel repertoire Sint Maartenliedjes van haar zussen geleerd en zingt dwars door alles heen.
“Wat was het leuk he?” zegt Bloem vlak voor ze gaat slapen.

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Tuimelaars

(Xai-Xai, km 28509)waarschuwing: deze keer extra idyllisch…
Maandagochtend.
Dolfijnen buitelen door de hoge golven en zwemmen onder ons door. Schildpadden, walvissen, haaien, nu weer dolfijnen… `wordt het al een beetje gewoon?` Nee dus. Het bijzondere wordt nooit gewoon, het gewone wel bijzonder. Aan het einde van een lange safaridag smaken die gepofte aardappelen uit ons vuurtje lekkerder dan wat ook. Middenin de nacht de tent steviger vastzetten als het ineens begint te stortregenen – veiliger kan een huis niet zijn. Geen beter speelgoed dan schelpen, een pen en een schrift, geen fijnere bibliotheek dan onze eigen boekenla met boeken die stuk voor stuk worden stukgelezen.

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Beestachtig mooi

(Kosi Bay, km 27534)
Apen op de tent, apenpoep op onze stoeltjes. Een echte safari met giraffen, zebra’s en zelfs twee leeuwinnen, heel dichtbij. We zien een witte neushoorn zijn territorium ondersproeien, we horen hem hard gnuiven. Een paar giraffen wuiven hun lange nekken rondom een drinkplaats, het lijkt wel een prehistorisch sprookje. Nijlpaarden zwemmen langs met kleine nijlpaardbaby’s op hun rug. En door de lucht glijden adelaars en gieren, op zoek naar prooi.
Hoe dichter we bij Mozambique komen, hoe ongerepter. We zijn de enigen op prachtig wilde stranden waar we snorkelen met gekleurde vissen en flamingo’s elegant voorbij stappen op hun hoge sprieterige poten.

Zie ook Ilco’s andere mooie dierenfoto’s (via ‘ meer foto’s’).

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

De draak en de non-Europeans

(Drakensberg, km 26939) 

Mijn moeder is op bezoek en ze reist met ons mee naar de Drakensberg. Dat betekent in een berghutje bij de open haard zitten met verse forel op het vuur, bossen vol exotische veldbloemen plukken en ’s nachts kruiken in je bed. Ook dat is Zuid Afrika! Net als de stranden, de dierenparken en de grote, Amerikaans aandoende steden met hun overdadige supermarkten waar we nog steeds niet op uitgekeken raken. 

Maar eenmaal van de snelweg af, is het wel heel fijn om de stilte weer te horen en vanuit ons hutje naar de bruine bergketen te kijken die de grens vormt met Lesotho. Alleen Dunya is teleurgesteld: “Denk je dat hij dan misschien morgen komt, mama? Die draak.” 

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Langs de Wild Coast

(Durban, km 26339) 

Olifanten!
Kleine, grote, baby’s en hele oude rimpelige. Ze rollebollen in een modderpoel, doen spelletjes met slurven, eten de struiken kaal, poepen dikke drollen op de weg en lopen rakelings langs onze auto. Overal zijn olifanten. 

“Alle olifanten hebben lachmonden,” zegt Bloem, maar ik ben altijd een beetje bang voor ze. Olifanten zijn niet zacht zoals leeuwen, niet grappig zoals giraffen en struisvogels en niet zo mooi als zebra’s of gemsbokken. Ze zijn alleen maar reuze slim, als tenminste dat verhaal klopt dat ze het in geen twintig jaar vergeten als je een keer onaardig tegen ze hebt gedaan. Dus ben ik altijd maar erg vriendelijk als ik er eentje tegen kom, zelfs in Artis. Door het open raampje van Zeerover zeg ik zachte woordjes tegen de kolos die naast me staat, zijn kleine kraaloogje kijkt me indringend aan.
“Mam, doe niet zo stom,” zegt Chaia, “hij verstaat je echt niet hoor.”
“Weet je dat zeker?”
“Nee, dat niet.”
Ik kan het toch niet laten. En bovendien, je weet maar nooit of je nog eens een wederdienst van een olifant nodig hebt. 

 

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Werelds

(Hermanus, km 24229) 

– “Hi Ilco,” vleien de Engelse nichten van de wasserij die op een chill out room van een hippe club lijkt. My beautiful laundrette – en voor een habbekrats doen ze je was en strijken en vouwen die voor je alsof je kleren net uit de boetiek komen (mogen deze jongens met ons mee? Voor altijd?)
– “Epileer je mijn wenkbrauwen niet te grondig?” vraag ik bezorgd aan de Chinese schoonheidsspecialiste (er is hier zowaar een enorme Chinese gemeenschap) als ze na tien minuten nog steeds nieuwe scharen en pincetten tevoorschijn tovert. “Yes yes, too much, yes. Solly,” zegt ze enthousiast en smeert Chinese toverolie op mijn gezicht die warempel botoxachtige effecten heeft.
– “Good of you to come, Anna,” zegt de tandarts die op Bobby Ewing lijkt. Ook zijn kantoor doet aan Dallas denken: vanuit de behandelstoel zie je de zee en er lopen assistenten op veel te hoge hakjes. “Bleech, panoramical pictures, mouthwash?” vraagt de tandarts en doet mij, nadat ik slapjes op alles ja heb gezegd, vervolgens royaal een fluorbehandeling cadeau. Als ik wegga omhelst hij mij en zoent me innig op mijn gladde wangen.
– “Dat is dan 400 rand,” zegt de Vlaamse dokter, nadat hij zes soorten drankjes en medicijnen heeft voorgeschreven voor een hardnekkig buikgriepje van Dunya. Hij is in pak, hij komt aan huis, hij spreekt zes talen… en je kunt bij hem met creditcard betalen.
– En echt élke keer als we een biefstuk gaan eten in het steakrestaurant aan de overkant, van het hotel in Kaapstad gaan halverwege de lichten uit en verschijnt er een taart met sterretjes. De muziek gaat op topsterkte, happy birthday natuurlijk, en alle obers (“Hi, I’m your waiter tonight. My name is Mandla. From Amandla, haha.”) zetten snel hun feesthoed op en haasten zich om rondom de, meestal tamelijk beduusde, jarige te komen dansen, zodat je –net op weg naar de salad bar- in een verbijsterende kakafonie vast komt te zitten.

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Alles zo licht

(Kaapstad) Lees het vorige weblog er nog eens op na en bedenk: een ruige familie die soms wekenlang op het meest simpele eten heeft geleefd; die woonde in een auto en al in geen maanden meer een supermarkt had gezien. Die ontstellend armoedige ziekenhuisjes heeft bezocht en gewend is dat van een stad alleen de hoofdstraat geasfalteerd is (en soms zelfs dat niet).
En denk dan aan Kaapstad, stad van wolkenkrabbers, koffiewinkels, shopping malls, salad bars en speeltuinen. Wasserettes met echte wasmachines erin! Warm water, onbeperkt stroom, internet zo snel als een straaljager…
Opa en oma zijn er met kilo’s boeken en drop. ‘Ik merk dat jullie lang niet veel hebben gegeten,’ zegt oma als we al genoeg hebben aan een klein bordje eten (en vervolgens de een na de ander met buikpijn naar de wc verdwijnt).
Maar het licht is hier zo helder en de golven beuken zo prachtig tegen de Kaap. Ik koop nieuwe lippenstift en nagellak in drie kleuren. Dit zijn wij natuurlijk óók: een westerse familie met een geladen credit card en erg veel trek in wijn en schuimende capuccino (Ilco en Anna) en in echt Italiaans ijs (de meisjes).

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

West Afrika – zo was het

(Kaapstad, km 24179) 
We hebben een reuzensprong gemaakt. Omdat in Niger twee stammen elkaar in de haren zijn gevlogen, er in Angola landmijnen zijn en in Kameroen de wegen zo nat en blubberig zijn dat je, volgens de berichten van collega-overlanders, maar twintig kilometer per dag kunt reizen, hebben we de auto in Ghana op een vrachtboot gezet. En die boot gaat helemaal naar Kaapstad. Helaas mochten wij zelf niet mee, dus we zijn naar Kaapstad gevlogen. Volgende keer meer daarover, maar nu eerst een terugblik op ruim vijf maanden West Afrika.

West Afrika was:
– Natuur! Eindeloze woestijnen met kamelen erin. Knisperend groen regenwoud. Kusten- zowel verlaten stranden vol kokospalmen als onherbergzame rotsen met aangespoeld afval van de vissers. En vaak was het net als in het boek van de Berenjacht: ‘we kunnen er niet bovenover, we kunnen er niet onderdoor… o nee, we moeten er wel dwars doorheen!’
– Nieuwe verkeersregels! Bijvoorbeeld: hoe haal ik zo gevaarlijk mogelijk in (Afrikanen doen dat bij voorkeur in een bocht, vlak voor een heuvel, vlak voor er een tegenligger aankomt, of als er net twintig geiten oversteken). Weetje: geiten gaan altijd opzij, voor schapen moet je remmen, want die blijven dom midden op de weg staan.
– Fruit! Na de mangotijd kwamen de ananassen, de groene sinaasappels, en de bananen (klein, groot, gebakken, als chips, voor het ontbijt of voor het avondeten).
Overigens zijn er ook zat woestijnweken geweest met hoogstens hier en daar een komkommer.

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Amazing days

(Krokobite, Ghana, km 18054) 
Om bij te komen na de ziekte van Chaia zijn we de vieze stad uit gevlucht naar een tropisch kratermeer. Hier horen we weer vogels, hier kunnen we weer buiten leven. 
Voor de Ashanti is dit een heilig meer. Ze geloven dat hier de zielen van de doden komen om afscheid te nemen van de god Twi. Het is dus eigenlijk een soort transit-plek. De vissers varen niet in boten, maar op planken en gebruiken handpeddels om de doden zo min mogelijk te storen. 
Ik zwem in het meer dat rustig en vredig is. Ergens onder me zwemt Roef, die deze week, veel te vroeg, is overleden. ik kende zijn vrouw, Susan en moet al dagen aan haar denken. En er zijn nog meer doden om mij heen. Laura, Jozefien. Ilco’s vriend Wim. Bert, de man van mijn beste vriendin en vader van mijn "petekindje" Madelief. En mijn neefje Jeroen natuurlijk, hij zou nu negentien jaar zijn. 
Het is een mooie plek om afscheid te nemen van de wereld, denk ik, zelfs als je eigenlijk nog niet van plan was over te stappen, en ik zwem een tijdje met ze mee. Mijn lieve doden. 

Ilco: " En heb je ook nog gewoon lekker gezwommen?"

Lees verder
Categorieën
Afrikareis

Malaria

(Kumasi, Ghana, km 17329)
De koning houdt audiëntie. Hij komt in vol oornaad het paleis in, aangekondigd door trommelaars en hoornblazers. Overal zijn zwarte mannen in lange Romeins aandoende gewaden. Dit zijn de Ashanti, ooit de machtigste stam van West Afrika, rijk geworden door goud en slavenhandel (met de Nederlanders bijvoorbeeld).
De koning spreekt zelf niet. Hij neemt geschenken in ontvangst, hij luistert. Zijn raadsheer spreekt namens hem.
Deze keer is er een groep Zuidafrikanen. Zij zijn dwars door de jungle van Angola getrokken, met Landrovers, om de koning van de Ashanti een geschenk te geven: duizenden klamboes. “We hebben krokodillen getrotseerd, rivieren en oerwoud, onze auto’s zijn van de weg geraakt, maar we wilden u en dit volk dit geschenk komen brengen. Want een klamboe is een van de weinige dingen die echt helpt tegen de hier zo talrijk aanwezige malariamuggen.”

Tussen de halfblote Ashanti loopt een lange, blonde fotograaf. Het is Ilco die zich er naar binnen gekletst heeft. Natuurlijk.
Maar waar zijn al zijn vrouwen?

Lees verder