Is de winter nu echt voorbij?
Ja, dat besluit ik bij deze. Het is lente in Zuid Spanje en bijna een jaar geleden dat wij hier neer streken. Ik snap nu een beetje hoe de dingen werken: waar je moet parkeren zodat je niet in de enge supersteile straatjes van het dorp verzeild raakt, dat een stuk of vijf trainingspakken in alle kleuren tot de basisuitrusting van alle scholieren behoren, dat het enorm onbeleefd en dom is om tussen 2 en 6 iemand te bellen (lunch en siesta).
We kregen in dit eerste jaar meer regen te zien dan hier in vijftig jaar is gevallen, we ontvingen 45 gasten, aten meer tomaten en knoflook dan in alle jaren hiervoor bij elkaar, moesten één keer naar de eerste hulp voor een te hechten knietje, proefden voor het eerst mispels, stierenvlees en varkensoortjes, probeerden alle wijnen uit de buurt (en die waren allemaal goed) en we waren enorm productief: ik schreef drie boeken en Ilco beraamde de wereldvrede.
Maar voelt Spanje, na een jaar, ook echt als thuis?
Wherever I lay my hat
Wanneer wordt iets thuis? Wanneer voel je je Spanjaard tussen de Spanjaarden? Wanneer daalt je ziel in?
Voor de meiden denk ik dat dat op een bepaalde manier nu al zo is. Ze blijven dol op Nederland, en op hun vriendinnen daar. Maar ze praten Spaans als water, ze doen het geweldig op school en ze hebben tal van geheime speelplekjes op de campo.
Ilco, die het meest gereisd heeft dit jaar, bezit het verbijsterende vermogen om zich over de hele wereld thuis te voelen precies daar waar hij op dat moment is, dus ook in Montefrio. En ik?
Na Afrika was ik nergens meer thuis. Nu denk ik soms: thuis is waar de zon schijnt. Hier. Nu. Of: thuis is waar je goede espressokoffie hebt (er komt nu onmiddellijk een reclamedeuntje in mij op) en, niet te vergeten, lekkere wijn.
Thuis is zeker de schemerwereld van mijn verhalen.
Thuis is aan het eind van de dag met Ilco die wijn opdrinken en naar onze dochters kijken, thuis is een handjevol mensen die overal kunnen zijn.