‘Ilco, kom! Nu!’
Waarschijnlijk zeg ik het een beetje raar, want iedereen komt aangerend. ‘Wat is er?’
Ik kan alleen maar wijzen naar mijn computer. NRC, heet de mail, en het is een droomrecensie van Nooit meer lief.
‘Drank!’ roept Ilco. ‘Cadeautjes!’ roepen de meiden. En de telefoon begint te rinkelen.
Kattenbak
Het blijft iets raars, recensies. Iemand die je niet kent geeft een oordeel over wat je gemaakt hebt en dat is dan ineens heel zinvol en belangrijk. Soms een beetje te. Vroeger, toen ik nog persvoorlichter was in het theater, was er een regisseur die zich altijd opsloot in zijn kamer de dag na de premiere. Niemand mocht naar binnen, niemand mocht tegen hem praten. Maar om de vijf minuten wenkte hij mij. Hoofd om de deur, gepijnigde blik: ‘Heeft er al iemand geschreven? Wat doet Marian Buijs?’ Marian Buijs was de Volkskrant en als zij het goed vond, ging de deur wijd open. Maar o wee als dat niet zo was…
Ik vond dat altijd een beetje zielig, pathetisch en sowieso het belang van recensies zwaar overschat. Totdat ik zelf een keer in een leuke krant een helemaal niet leuke recensie kreeg. Het was pas mijn tweede boek, ik had het niet aan zien komen. Gehuild heb ik, dagenlang. Echt waar! En het hielp niet dat ik dacht: 'Het is maar een recensie, totaal niet belangrijk. Die krant ligt morgen weer in de kattenbak.' Zie je wel, ik kon niet schrijven en iedereen wist dat nu.
Het fijnste misschien van de recensie van vandaag, is dat dat beeld nu definitief is bijgesteld. 'Zoals een rotte plek van een kind een echt personage maakt, zo heeft het rotkind van Van Praag een echte goede schrijver gemaakt.' Staat er echt.
Dus ja, vandaag gaat de deur wijd open; recensies zijn echt enorm zinvol en belangrijk!