Al jaren loop ik rond met een idee voor een tijdschriftreportage. Ik zou een paar nachten willen rondhangen op zo’n enorm 24/7 snelweg-tankstation, liefst een beetje in de buurt van een grens. En de mensen die binnen kwamen zou ik alleen twee dingen vragen: wie ben je en waar ga je naar toe?
Lippenstift
Dat is natuurlijk ook het idee van een tv-programma als Hello Goodbye waarin simpelweg de mensen in de aankomst- en vertrekhal van Schiphol worden gefilmd. Daar heb je natuurlijk ook nog eens heel vaak het huwelijk/begrafenisgevoel: heftige emoties tussen mensen die elkaar verlaten of juist (eindelijk) ontmoeten.
Maar mij gaat het vooral om de gesublimeerde momenten tussen ergens en ergens, waarin zelfs bijna geen dag- en nachtritme meer bestaat, de ultieme staat van betwixt and between, zoals de Engelsen dat zo geweldig zeggen.
En waarom ik daar zo van hou? Escapisme, een fobie voor sleur, geen zin in al die gedoedingen die mijn moeder altijd zo beeldend ‘de vuile vaat van het leven’ noemde? Wie zal het zeggen.
Feit is dat je mij niet blijer kan maken dan met vertraging in het Gare du Nord, of in het grootste en verwarrendste vliegveld dat ik ken: London Heathrow, of zelfs in het totaal sfeerloze busstation van Granada waar Afrikanen nephorloges verkopen en al het eten even vet en oud is en de koffie bitter. Om daar dan in mijn eentje te zijn, met alleen maar een koffertje bij me met een boek, wat kleren, een pinpas en een paspoort (en een goede lippenstift natuurlijk, ik ben geen zwerver), een beetje eenzaam, een beetje melancholiek… ja, dan ben ik behoorlijk gelukkig.