‘Weet je nog die ene oppas die de hele dag door scheten liet?’ vraagt Bloem aan mij.
Ik herinner me vooral dat die oppas precies op de dag dat ik haar aannam zwaar depressief werd en de hele dag stokstijf op de bank bleef zitten.
En daarbij dus scheten liet, kennelijk. ‘Vraag maar aan Chaia, die weet het zeker nog. Wij waren toen precies zo hoog als haar kont.’
De vriendinnen van Bloem hebben allemaal oppasbaantjes en daar is ze best jaloers op. Zoiets bestaat in Spanje niet, daar gaan de moeders nooit uit. En als ze toch weg moeten, bijvoorbeeld om te werken bij de olijven, dan zijn er altijd oma’s, zussen, tantes in de buurt. Best een goed systeem. Temeer omdat onze eigen oppasgeschiedenis er eentje is vol met horror stories.
Ochtendgymnastiek
Oppassen als eksters. Een dure Oililytas, haarbanden, zelfs Chaia’s parelketting die ze ‘alleen even leende’ voor een of ander feest, ze verdwenen allemaal stuk voor stuk in het autootje van de hippe jonge oppas – om nooit meer terug te komen. Of die andere oppas die, heel klassiek, onze telefoonrekening opjoeg. ‘Waarom bel jij toch steeds naar het buitenland?‘ vroeg Ilco achterdochtig aan mij. Beledigd toetste ik het nummer dat steeds op de schrikbarend hoge rekening stond: het bleek het vriendje van de oppas te zijn. In Suriname.
Een andere oppas trok Dunya elke ochtend al haar kleren uit en smeerde haar in met een dikke laag poeder. ‘Ochtendgymnastiek,‘ riep ze vrolijk. Een keer kwam ik per ongeluk binnen terwijl ze Dunya woest aan een van haar beentjes door de lucht zwierde. ‘Wordt ze lekker soepel van.’
The hand that rocks the craddle
De griezeligste oppas van allemaal nam langzaam maar zeker mijn leven over. Ze opende post met onze bankafschriften en sorteerde ze – ongevraagd. En ze sjouwde rond met mijn kinderen alsof ze de hare waren. Kocht kleren voor ze en veel te duur speelgoed dat ikzelf nooit zou kopen. Daarbij was ze overduidelijk verliefd op Ilco – die in haar gedachten langzaam maar zeker veranderde in haar eigen man. Toen een buurvrouw een keer opmerkte dat ze er wel heel veel was de laatste tijd, verzuchtte de oppas: ‘Ja, Ilco is zo vreselijk druk dezer dagen. Maar we redden het wel hoor, samen.’
‘Net alsof jij helemaal niet bestond,’ zei de buurvrouw later tegen mij.
Beelden van The hand that rocks the craddle begonnen zich aan mij op te dringen. In die film schakelt de oppas langzaam maar zeer doeltreffend de vrouw des huizes uit. Maar ja, ik werkte toen fulltime en het laatste waar ik tijd voor had, was weer op zoek gaan naar een nieuwe nanny.
Tot ik een keertje wat later thuiskwam en de oppas en Ilco gezellig samen op de bank aantrof voor ‘onze’ lievelingsserie. Wijntje erbij, zij net iets te argeloos dicht naar hem toe gebogen, voeten op de tafel. ‘Het was ook haar lievelingsserie,’ zei Ilco later slapjes. ‘En ik kon haar toch niet zomaar wegsturen?’
Ze was totaal niet zijn type, maar daar ging het niet eens om. Ik heb die oppas de volgende ochtend meteen ontslagen.
Één reactie op “Nannies from hell”
Nieuw boek?
Ada