‘Ik heb een vraag. Ik wil dolgraag schrijfster worden! Maar ik durf mijn verhalen aan niemand te laten lezen. Ik ben bang dat ze slecht zijn. Hebt u daar tips voor????’
Het is een atypische mail, van dit ‘meisje van 11,5 jaar’. Heel veel kinderen willen schrijver worden en de meesten zien hun eerste kladjes al meteen als boek, huppekee niks meer aan doen.
Onschuld
Zelfs was ik ook zo’n kind; tot ergens in mijn dertigste vond ik mezelf vrij briljant en onoverwinnelijk. Toen kwam er een keer een rotrecensie. ‘Je hebt me beroofd van mijn onschuld,’ zei ik later tegen de recensente. ‘Goed zo,’ zei ze en ze bedoelde het niet eens gemeen. En er kwamen andere afwijzingen. Klein en geniepig, goede vrienden die mijn boek een ‘boekje’ noemden, die zeiden: ‘Ik heb het niet helemaal uit kunnen lezen hoor.’ Redacteuren die adviseerden: ‘Maak van de hoofdpersoon een jongen in plaats van een meisje’ – waardoor het hele boek instortte. En recent nog debiteerde iemand die het weten kan nogal nare dingen over mijn stijl (ik word er nóg misselijk van) en gooide ik twee jaar werk in de prullenbak. Nu ik opkrabbel en voorzichtig weer aan het schrijven ben, denk ik af en toe: ik durf mijn verhalen nooit meer aan iemand te laten lezen, ik ben bang dat ze slecht zijn.
Woestijn
Dus, lief meisje van elfenhalf, schrijf ik nu niet meer? Ga ik mijn verhalen echt niet meer aan anderen laten lezen? Natuurlijk wel. Ik schreef al toen ik elf was en ik schrijf nog steeds. Omdat ik er – soms, even- heel, heel erg blij van word. Zo blij dat je misschien wel kunt huilen. Herken je dat? Ik denk het wel. Je kunt er natuurlijk altijd voor kiezen om je verhalen bij je te houden en niet te publiceren, maar dat willen we ook niet, toch? Niet echt. Je wilt toch dat die blijheid van jou of wat het ook is dat je in je verhaal hebt gestopt een ander misschien ook een beetje optilt of verandert. Iemand die roept in de woestijn en die niet gehoord wil worden… die iemand roept niet. We zijn de dappersten op aarde!
Dus nee, ik heb helaas geen tips. En ik ga al helemaal niet tegen je zeggen dat je niet bang moet zijn, lieverdje. Wees bang. Maar doe het toch.
3 reacties op “Voor alle dapperen”
Net 26 ‘verhalen’ van kinderen uit havo 4 nagekeken. Ze mochten ook zichzelf een cijfer geven. De jongen met het laagste cijfer (3,4) gaf zichzelf een 6,6. Het meisje met het hoogste cijfer (een 8,4) schreef ‘ik hoop dat ik een 6 haal’ Zij wil graag journalist worden en ze wordt het – denk ik.
Voor Nancy en Anna en dat lieve onzekere meisje. Dat vind ik nou zo jammer: dat cijfer. Alle creativiteit, al het zoeken en ontwikkelen en groeien moet worden uitgedrukt in een getal op school. Worden vergeleken met de rest. En dat is nu net de manier om een ontluikend talent de kop in te drukken. Geef feed-back, maar geen cijfer voor een verhaal is mijn advies. Stimuleer, motiveer. Dan wordt die jongen met een 3,4 misschien alsnog journalist.
Deze 11,5 jarige komt er wel.
Mooi blog!
Ada