Gisteren was ik voor het elfde jaar naar het Kinderboekenbal, dat is een heel schrijfleven lang.
De eerste keer herinner ik me voor altijd. Ik had net mijn eerste boek uit en het was ook nog eens de vijftigste kindeboekenweek, het bal heel chic in de Amsterdamse schouwburg.
Het Gouden Bal
Ik had mijn oudste dochter meegenomen, dat eerste bal. Samen liepen we rond als alle naïeve sprookjesmeisjes bij elkaar: van Assepoes tot Alice. Het begon al met de entree: over de rode loper! Camera’s! Onbekende beroemdheden! Gekke dames die ons omhelsden met gouden pompons!
Bloem was toen zeven, en op het hoogtepunt van haar dromerige zelf. Ik was nog net zonder rimpels en vol verwachting: eindelijk was ik Schrijver geworden, dat was MIJN diepste zelf. We kenden allebei niemand, snapten niks van de codes of de griffels, maar dat gaf niks. Samen waren we in Wonderland en nooitnooitnooit wilden we weer weg. Imme Dros was er en ik rende als een groupie naar haar toe om te zeggen dat zij mijn voorbeeld was. Bloem speelde het zelfs klaar om op het podium te komen en de griffel uit te mogen reiken aan Guus Kuijer, die op ons beider grote held was. Naast Paul Biegel! Het Jeugdjournaal was erbij, al haar vriendinnen hadden het later gezien. Er hing toverstof in de lucht.
Het Luxorbal
Elf jaar later is het nu en ik overweeg volgend jaar niet meer te gaan: ik schrijf immers eigenlijk niet meer voor deze basisschoolleeftijd. Nog één keer dan… dit keer met mijn jongste dochter, die net nog de goede leeftijd heeft (twaalf).
In het Nieuwe Luxor is de magie aardser. Dat komt natuurlijk ook door het gruwelijke thema van de kinderboekenweek dit jaar: raar maar waar, iets met wetenschap en techniek. Als Dunya en ik binnenkomen zijn er nog de zelfde soort ‘gekke dames met pompons’ die je verwelkomen, alleen hebben ze deze keer witte wetenschapsjassen aan en is sowieso de organisatie veel gelikter, met een vlot podiumprogramma met de astronaut André Kuipers en de ADHD-dansjes van Kinderen voor Kinderen (maar met amper schrijvers op het podium). De grote boekenbaas doet zijn vrolijke act weer: mij toelachen als de verloren dochter, alsof ik de persoonlijke eregast op zijn bal ben (al heeft hij me officieel niet eens echt uitgenodigd en vraag ik me toch altijd af of hij überhaupt mijn naam wel kent).
Op de afterparty ben ik Dunya meteen kwijt aan alle proefjes die je er kunt doen. Op mijn vrolijke ‘we hebben een moeder-dochterdagje’ wendt ze zich snel en walgend af. Ondertussen heb ik het gevoel dat ik iedereen ken. Hoe hecht is inmiddels de Facebook community van kinderboekenmakers: ook collega’s die ik nog nooit live heb gezien omhels ik als goede vrienden. Die drie lekkere, bijdehante vrouwtjes die altijd overal opduiken. Die ene hyperproduktieve, dynamische man die iedereens vriend is. Die handsome guy natuurlijk, zoals altijd vergezeld door zijn vriendin, strak aan zijn zijde. Mijn naamgenote met wie het voor de zoveelste keer ondanks onze ferme toezegging bij binnenkomst niet lukt om een afspraak te maken. De extravagante grand lady, ieder jaar weer gekleed in een heus Gewaad, dit keer is het heel erg zwart. Mijn groepje favoriete iillustratoren die zo lief zijn (een kenmerkende eigenschap van illustratoren) – en die ene heel beroemde waar ik het ooit bij heb verbruid. Diverse uitgevers die met me uit eten willen (ha).
Veel te laat en met onze buik vol met patat, kroket en pasta van het station (kennerstip: verwacht geen eten op het kinderboekenbal, ook al vindt het plaats om etenstijd) belanden mijn jongste dochter en ik uiteindelijk in ons bed. Waar ik nog lang niet kan slapen. Elf jaar kinderboekenbal – alles en niks is anders.
Één reactie op “Elf jaar naar het bal”
Boekenballen… klinkt zo sprookjesachtig…
Ada