‘Maar nu moet ik even duizend rozenblaadjes opvegen,’ zeg ik tegen mijn vriendin.
Liefdeliefde slaat de klok in onze herberg. De romantische suite zit al de hele week vol.
Elk ontbijtje zie ik maar als een kunstwerkje met steeds weer een ander taartje. Of wat ze verder maar willen, zoals dat briefje wat ik s’ avonds laat nog vind: ‘Mogen wij morgen bacon en groene smoothies voor het ontbijt?’ We doen eigenlijk geen varkensvlees en groene smoothies, eh… Gelukkig wil er een dochter gauw even op de fiets spinazie gaan kopen.
Die koekjes
Voor de meeste mensen is het heel speciaal dat ze hier zijn. ‘Ik ga mijn vriendin ten huwelijk vragen, wil je daar iets mee doen?’ Dat wordt dan champagne, rode rozen en de taartjes deze keer in de vorm van een hart. ‘Je komt inmiddels over als een doorgewinterde madam,’ zegt een andere vriendin. Zo voel ik me ook als ik die volgende ochtend de ring-met-diamanten sta te bewonderen terwijl de geliefden zelf nog half ontkleed door de ruimte zweven. Of wanneer ik later op mijn knieën met stoffer en blik de duizend rozenblaadjes sta op te vegen die ze zelf nog even decoratief over bed en bad hadden uitgestrooid. Het is tegelijkertijd super irritant maar ook wel liefdevol dat de stofzuiger kapot is. Blaadje voor blaadje blaas ik buiten weg in de wind.
Ondertussen komt er weinig van schrijven of van voorbereiden voor de klassen waar ik elke week kom als Schoolschrijver. Ik zie collega’s daar verslag van doen op het internet, de een nog gestructureerder dan de ander. Zijn ze soms allemaal stiekem juf?
Nee, dan ik. Nu ik toch steeds in de keuken sta bak ik een paar platen vol koekjes voor ‘mijn’ kinderen. Want tja, we lezen De gebroeders Leeuwenhart en Jossie (die Judas!) paait die arme kleine Kruimel met koekjes. ‘Dit zijn ze, die koekjes van Jossie,’ zal ik zeggen, ik verheug me nu al hun gezichten. Verhalen tot leven brengen, dat doe ik het liefste. Of het omgekeerde natuurlijk: het leven vangen in verhalen.
Één reactie op “De madam van de suite”
Herbergverhalen… mooi.
Ada