Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Mijn Esther & mijn neus

Ik kan geloof ik niet tegen pijn.

Wat nou taarten bakken en stoer doen? Als een trillend hondje lag ik in bed naast Esther te wachten tot het eindelijk over ging.

Dokter Robert

Mijn ogen werden blauw en mijn wangen werden paars. Het bloed liep in mijn keel en elke keer als ik even insliep, droomde ik dat ik stikte. Dan gaf Esther me een pijnstiller die ze voor me fijn had gemalen want ik kon alleen maar door een rietje drinken. Of ze legde heel lief de deken over me heen – die ik weer wegsloeg want het was zo heet. Ergens in de nacht hield ze ook een hele tijd mijn hand vast.
Dokter Robbert is tevreden, ik heb hem zelfs nog omhelsd op de uitslaapkamer. Mag ik de dokter knuffelen? Zeg dan maar ’s nee. Alle verplegers grinnikten.
Er worden bloemen bezorgd van Mylou ‘om het te vieren’. De tweede nacht ben ik alleen maar kotsmisselijk, ik denk door al die pijnstillers of door de narcose.
En de neus zelf? Ik kan nu al beter ademen dan ooit, ook al is ie verstopt achter heel veel pleisters. Ik stootte me (aan een kussen) en verging van de pijn. Maar ergens vannacht legde ik mijn handen eromheen en dwars door de pleisters en zwellingen heen kon ik hem ineens voelen, heel duidelijk. Mijn neus. Ik denk dat we wel vrienden gaan worden. Eindelijk.

3 reacties op “Mijn Esther & mijn neus”

Lieve Anna,
Wat akelig voor je, je ging zo dapper het ziekenhuis in. Toch goed van je dat je het gedaan hebt, en je krijgt vast een prachtige neus.
Anne

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *