Te veel, te haastig, te moe. En ik laat het bovenraam te snel dichtvallen, bovenop mijn vinger.
Het bloed spuit tegen de muur.
Vrouw alleen
Het eerste halfuur ben ik blissfully verdoofd van de pijn, zodat ik Dunya die geschrokken haar bed uit komt rennen kan geruststellen. Daarna enorm last van het ‘vrouw alleen’ gevoel. Wie stelt mij gerust, wie stelpt het bloeden, wie klapt mijn bed voor me uit (onmogelijk met maar een hand)? Dat is heel wat minder grappig dan hoe ik laatst in de vitaminewinkel tegenover mijn huis stond: kan iemand even mijn jurk dichtritsen?
Mijn vinger moet naar de dokter in Noord, waar ik voor het eerst weer kom na de verhuizing. Ik zie de schoonheid van het IJ, maar ik fiets ook door een grauwsluier van verdriet, nog maar zo kort geleden. Fantoompijn.
Na een slapeloze nacht krijg ik de volgende dag een aanval van op migraine lijkende hoofdpijn. Urenlang lig ik moed te verzamelen om naar de Albert Heijn te lopen, wat ik klappertandend en zwetend doe, en daarna kook ik met mijn laatste krachten een verrassend goede maaltijd voor Dunya en haar vriendin waar ik uiteraard zelf geen hap van naar binnen krijg.
Thuis
Waarom ik dat dan toch nog doe, boodschappen, koken? Ik weet het zelf niet precies. Maar de dochter van zeventien stuurt een berichtje: ‘Ben om zeven uur thuis.’ Ze woont dezer dagen, met haar vader op zakenreis, heel stoer alleen en zorgt voor zichzelf. Als ik haar dan later best moe bij mij op de bank zie zitten met een bordje goed eten, ben ik blij dat ik haar dat kan geven. En ook om dat woord.
2 reacties op “Fantoompijn”
[…] Ik herken dit uit de column van Suzanne Rethans in het tijdschrift JAN en uit de columns van collega Anna van Praag. Dat je de ene dag strijdlustig bent en denk; f*ck it all, move on, somewhere out there is […]
Grrr. pijn en eenzaam. Hopelijk voel je je weer beter.