Vrijdag, sjabbat. Feestelijk eten met het gezin, kaarsje erbij. Zo deed mijn moeder het, zo deed ik het ook jarenlang. Nu vlucht ik meestal naar de sportschool.
Zaterdag. Nieuwe vrijheid: zomaar naar een tentoonstelling in Antwerpen.
De schoonheid van verval
Het is een wonderbaarlijke plek waar Mr H me brengt. Iets met kunst en natuur, met de schoonheid van verval en verrotting. Luguber: afgehakte bloederige koeienkoppen en apparaten die de trillingen van een dood vogeltje resoneren. Verlepte vlindertuinen en auto’s die totaal overwoekerd zijn door mos. Maar ook gigantische hallen vol spectaculair bewegende installaties: schermen boven waterbassins met maantjes die aan en uit knipperen en in het midden een reusachtig kermisdoek dat elke vijf minuten met donderend geraas wordt omhoog geblazen als de rode rok van een onzichtbare Marilyn Monroe reuzin. En lange gang vol grafzerken. En pal daarnaast een beeld van een hyena-achtige hond die op een paal zit en naar beneden kijkt, die vind ik lief.
De overnachting in de CasAnus, een kunstwerk van een levensgrote darm met een bed erin, doen we uiteindelijk maar niet.
Regen
Verder regent het hard in Antwerpen en begint die verkoudheid toch op voorhoofdsholte ontsteking te lijken. Dus lig ik zondagavond goed ontregeld maar koortsig weer in mijn eigen bedje.
Om middenin de nacht wakker gebeld te worden door mijn moeder. ‘Ik droomde van je, gaat het wel goed met je.?
‘Ja, mam het gaat goed. Echt. En nu slapen jij.’
Zo’n weekend dus.
Één reactie op “Weekend”
Kunst om over na te denken.