Het was een ijskoude decemberdag, overal sneeuw en ijs – en ik was het gelukkigste meisje van de wereld.
Het was 1995, en ik trouwde met mijn jeugdliefde. Vanwege dik bevroren wegen moest een aantal gasten verstek laten gaan, maar ikzelf merkte helemaal niks van enig noodweer. ‘Ik ben getrouwd,’ juichte ik tegen iedereen. ‘Getrouwd!’ In het honeymoon-vliegtuig kregen we gratis champagne van alle stewardessen.
Vertrouwen
Het is 2017, een ijskoude decemberdag. In een of ander onpersoonlijk spookkantoor zetten mijn jeugdliefde en ik onze handtekening onder iets dat ‘convenant’ heet en waarin harde prikwoorden staan zoals ‘duurzaam ontwricht’.
Het heeft meer dan een jaar en heel veel gesprekken geduurd voor we ook dit deel ontward en ontmanteld hadden. Dat was bij vlagen pittig, confronterend, verwarrend. ‘Ik heb niet vaak zoiets meegemaakt,’ zegt de vrouw wier werk het is dit soort convenanten op te stellen. ‘Zo uitgebreid en soms lastig, maar dat tegelijkertijd jullie vertrouwen in elkaar zo groot is.’
Handtekeningen, contracten, dingen die bindend zijn. Als het gedaan is, pinkt zelfs de vrouw wier werk het is een traantje weg.
En dóór, op de fiets, de sneeuwstorm weer in, ik moet naar het filmmuseum. Een tijdelijk baantje, eerste dag dus ik kan niet spijbelen. Een helletocht, maar dan sta ik er toch ineens, in een heldere duidelijke ruimte. Aan de slag dan maar. De tweede afspraak heb ik bij de salarisadministratie, alweer papieren.
Vraag 1: naam. Vraag 2: gehuwd/gescheiden.
Één reactie op “Code rood”
Heftig en ook weer mooi tegelijk.Dat vertrouwen in elkaar.xx