Meisjes waren we, hyperromantische meisjes.
We droegen heus wel tuinbroeken, maar liever nog bloesjes met kantjes. En de helft van de tijd praatten we over jongens.
Laura of Annabel
Hoe het zou zijn, onze eerste zoen, wie van ons twee het eerst, op wie we allemaal verliefd… Ook tekenden we regelmatig trouwjurken en vertelden elkaar over onze toekomstige dochters die lange haren zouden hebben en misschien wel Laura heetten of Annabel.
Ik zette de droom consequent door, en trouwde met de jeugdliefde die op zijn witte paard voorbij was gekomen en mij uiteindelijk ten huwelijk vroeg in de sneeuw. We trouwden in de overtreffende trap, ik in een witte jurk van voile, reuze sprookjesachtig. Mijn vriendin Mylou was getuige.
Zelf maakte zij ondertussen kennis met de meer grillige kanten van de liefde. Jaar in jaar uit leefde ik met haar mee: overrompeld, verbijsterd, verdrietig. Eén keer leek het er op dat de trouwjurk besteld kon worden, ik boekte alvast mijn ticket vanuit Spanje. Op de valreep liep het anders.
Mylou geloofde allang niet meer in sprookjes, toen mijn eigen liefde anders eindigde dan ‘tot de dood ons scheidt’. Ik weet niet wat ik in die tijd had moeten doen zonder haar.
Getuige
En nu, afgelopen weekend, stond ze zelf voor de ambtenaar van de burgerlijke stand. Wijs en ervaren, met beide benen op de grond. Maar wel in die romantische witte jurk. Ik stond naast haar als getuige, samen met Esther, en het was precies zoals we vroeger altijd hadden gefantaseerd.