‘Willeke Alberti komt naar de vertoning van Rooie Sien,’ zegt de filmprogrammeur een beetje getroubleerd.
‘Wat leuk!’ jubel ik groupieachtig.
Het is Willeke
Maar het is Willeke! De vrouw van wie ik al zeker twintig jaar een dubbel-cd meesleep die met enige regelmaat door de man met wie ik getrouwd was werd verstopt of ‘opgeruimd’. Die ik bij voorkeur luister als ik alleen ben omdat ik ook de meewarige blikken van mijn kinderen niet goed verdraag.
Het is Willeke! Met wie ik keihard meezong in de auto naar Berlijn tijdens een autorit met twee vriendinnen, zeker vijfentwintig jaar geleden. Het cassettebandje met Samen zijn, in duet met Paul de Leeuw, werd de soundtrack van een nogal onvergetelijk reisje.
Willeke, wier Morgen ben ik de bruid mij verschrikkelijk aan het huilen bracht aan de vooravond van mijn huwelijk. ‘Het oude huis’ bij elke verhuizing. En dan heb ik het nog niet eens over Telkens weer of Het zal nooit meer zo zijn. Ik zag Willeke dat zingen in Carré, in de documentaire van Silvia Bromet, het was op de dag dat haar tweede huwelijk klapte. Sterk en zacht tegelijk zong ze dat.
q&a
‘Ik wist helemaal niet dat jij van dit soort muziek hield,’ zegt de jongste als ik later thuis hard loop te zingen terwijl zij probeert te leren (gek genoeg durf ik bij haar meer dan bij haar zusjes). ‘Straks schrijf ik bij scheikunde nog op als antwoord ‘Mijn vriendje mag ik even met je praten’’ zegt ze een uur later lichtelijk wanhopig
’Als er een q&a komt, wil jij dat dan doen?’ heeft de programmeur gevraagd. Dat is filmjargon voor een interviewtje na de film. Dus daar zit ik nu op te hopen.