Nee, niet omdat ik het LEUK vind. Daarvoor is het teveel geploeter.
Ook niet omdat je er rijk van wordt. Ik heb wel eens uitgerekend hoeveel uur ik er feitelijk in stop, al die jaren dat ik werk aan een boek. En dan die paar duizend verkochte exemplaren, je komt geloof ik uit op een uurloon van tien cent.
Versnipperaar
Niet voor de eer, niet meer. Dat romantische idee dat je altijd voort zult leven in je boeken… nadat de zoveelste bij de uitgever door de papierversnipperaar was gegaan, was ik ook daarvan genezen.
Waarom doen we het dan toch, met zijn allen? De kinderen op de schoolschrijfschool waar ik net klaar ben, wat hebben die zich de spierpijn in hun vingers geschreven, wat een mooie verhalen en overpeinzingen hebben ze gemaakt, echt ongelooflijk. En de volwassenen die ik schrijfles geef: zoveel respect voor hun toewijding. Het vuur waarmee ze aan de slag gaan, is zowel dapper als ontroerend om te zien.
En ondertussen heb ik zelf door al dat werken voor anderen het afgelopen halfjaar amper geschreven. Ja, herschreven en eindeloos geredigeerd aan het boek dat in september uitkomt, maar dat is een ander soort schrijven. Al maanden zoemt er stiekem iets nieuws in mijn hoofd dat veel groter en sterker is.
Dus. Komende week, of misschien de week erop, komen er weer gaten in mijn agenda. En dan komt hopelijk dat magische moment dat ik een nieuw document open en de eerste zin opschrijf van wat mogelijk, over een jaar of drie, een nieuw boek gaat zijn. Een nieuwe reis door het grillige, glibberige Land of Fantasy.
Ik kan niet wachten. Nee, niet omdat ik het zo leuk vind. Maar schrijven is… schrijven is… nou eenmaal zo verschrikkelijk LEKKER.