Ik kwam de zaal uit lopen, mijn zwarte jurk was helemaal bruin geworden, mijn knie geschaafd.
We waren naar Carne y Arena, een VR-ding van de kunstenaar Iñaritu. Je moet vechten voor kaartjes, net als bij een popconcert.
Oude schoenen
Als je in het eerste zaaltje komt – helemaal alleen – liggen daar oude schoenen en waterflessen. Dat zijn echte spullen die zijn gevonden in de woestijn tussen Mexico en Amerika, waar vluchtelingen dag in dag uit in de meest gruwelijke omstandigheden de grens proberen over te komen. Elk jaar overlijden er 1000 mensen.
Het volgende moment sta je zelf met je blote voeten in het zand en ben je een van die vluchtelingen. Nog nooit eerder zo’n goede VR-bril gehad, je vergeet dat je eigenlijk best gek in je uppie in een grote ruimte staat met twee begeleiders die zacht tegen je praten alsof je zo een ernstige operatie moet ondergaan. En die je dan een rugzak omdoen, een bril op en een koptelefoon.
En weg ben je.
Of nouja, weg was ik. Er zullen heus genoeg mensen zijn die blijven denken dat het film is, of kunst (want het is hallucinerender dan film alleen). Maar ik wás in die woestijn. Ik knielde neer, tussen de vluchtende mensen, dook in elkaar bij laagvliegende helicopters, zoeklichten. Gezien de staat van mijn jurk ben ik op een gegeven moment zelfs op de grond gaan liggen.
‘Jezus,’ zei ik tegen de begeleiders, toen die ineens mijn bril en koptelefoon af deden. Ze knikten begripvol en wezen me de weg naar buiten.
En nu voelt het nog steeds alsof ik elk moment heel hard in tranen ga uitbarsten.