Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Ode 11 (aan de verdrietigheid)

Ik dacht, ik schrijf honderd odes. Ben ik een jaartje mee bezig, het is een verhaalvorm die mij beter past dan bijvoorbeeld ironie. Bovendien had ik gelezen dat het heilzaam is voor je ziel, om de mooie en fijne dingen om je heen met enige regelmaat te benoemen.

Ik was alleen even vergeten dat het leven niet altijd mooi en fijn is.

Stom

December blijft moeilijk. Doe mij maar koud, saai en grauw januari, veel minder pretentieus en beladen. In december moet ik nu al voor het derde jaar zo denken aan het gezin dat niet meer is, de feesten en partijen die daarbij hoorden, het grote vieren. Scheiden is stom en het duurt lang, dat voel ik harder in december.
En in die melancholieke staat van zijn overviel me ook de schrijftwijfel. Het nieuwe boek is niet de doorbraak geworden die ik had gehoopt. Dat is hard en het ontbreekt me even totaal aan de moed om door te gaan.
Dus wat moet je dan met je odes? Een ode aan de verdrietigheid? Alsof je daar dan zin in hebt.

Maar ik ga het ook niet uit de weg – en ik ga niet weg. Niet naar het concert van mijn vriendin, niet in de kroeg met collega’s. Gewoon thuis op de bank dek ik me af en toe met mijn verdrietigheid, zacht als een dekentje over me heen.
Nee, het is niet altijd mooi en fijn. Of makkelijk. Of feest.
Maar dit is het ook. Leven.

 

 

4 reacties op “Ode 11 (aan de verdrietigheid)”

Goed dat je er niet overheen of omheen probeert te leven. Verdriet geeft diepte aan je leven. Het klinkt als een kleine ‘dark night of the soul’. In het transformatiepel is het symbool van de ‘dark night’ een zwart vlak met een klein lichtend sterretje in de hoek. Mijn hart leeft met je mee.

Lieve Anna,

Wat heb je dat eerlijke en mooi opgeschreven. Als je kunt wat jij beschrijft dan ben je in ieder geval een rijk mens. Laure

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *