Toeval bestaat niet,’ zei mijn vader vroeger.
En dan bedoelde hij iets rationeels: voor alles is uiteindelijk een logische verklaring.
Breiboek
We waren aan het eten met een groepje vrienden. Iemand had net het ouderlijk huis ontruimd en had, in de muur gemetseld, een stiekeme voorraad wijn gevonden. Hij had een Bordeaux uit 1928 meegenomen voor bij de vis.
Er was ook een verhaal over een andere vondst, in een oud familie-album. Het verhaal dat daarbij hoorde ging zo. Er was een jongetje en een moeder die van breien hield. Die moeder had ook breiboeken en daarin zag het jongetje een foto van een meisje dat hij heel erg mooi vond. Zo mooi zelfs dat hij de foto uitscheurde en bewaarde. Hij keek er elke dag naar. Op een dag lijstte zijn moeder dat plaatje in en zo stond het breiboek-meisje voor altijd op het dressoir. Jaren later kwam dat jongetje – inmiddels een jongeman- thuis met een meisje, om haar officieel voor te stellen. De moeder zag meteen wat de jongen niet had opgemerkt. ‘Ik ken jou.’ En inderdaad, het was het meisje van de breifoto. Het bewijs daarvan -de oorspronkelijke foto van de oma als klein meisje- was nu terug gevonden in het familie album.
Destiny
Dat is een groot toeval, toch? Maar het is ook niet rationeel te verklaren. Volgens mij is er maar één antwoord op mogelijk: destiny.
Ergens boven de wolken zit een of andere Regisseur aan de touwtjes te trekken. En die weet: de belangrijkste ontmoetingen, gebeurtenissen, liefdes en rampen van een mensenleven staan allang in de sterren geschreven.
Net als dat het vandaag vier jaar geleden is dat we terug verhuisden naar Amsterdam. Dat huisje waardoor we terug kwamen was ook zo’n krachtige speling van het lot. Waardoor, als een reeks vallende dominostenen, er vervolgens van alles gebeurde en zeker vijf levens op hun kop kwamen te staan. Je kunt die dominostenen ook laten staan denk ik. Maar dat is weer een ander verhaal.
En die wijn uit 1928?
Best vies eigenlijk. Maar het verhaal erover smaakte verrukkelijk.
2 reacties op “Ode (74) aan het lot”
Ik zal best wel eens gezegd hebben : toeval bestaat niet. Maar ik bedoelde daar niet mee dat alles rationeel te verklaren is. Veel meer verwees ik daarmee naar het mysterie achter de dagelijkse werkelijkheid: synchroniciteit, de meta-fysische wetmatigheden en ja, inderdaad, bestemming. Kennelijk is dat destijds niet zo over gekomen.
Ik herinner me dit gesprek nog goed, inclusief voorbeelden die je gaf. Je bedoelde toen wel degelijk dat eerste. Maar het is zeker veertig jaar geleden en nu denk je vast anders 😉