De collega gaf me een CD met eigen werk. En zei daar vervolgens iets heel raars bij.
‘Je kunt hem ook als onderzetter gebruiken,’ mompelde hij. Ik dacht eerst dat ik hem niet goed verstond. Even voor de goede orde: deze man heeft conservatorium gedaan en op deze cd stonden iets van twintig nummers die hij had gecomponeerd voor een voorstelling.
Onderzetter-ervaring
De lage eigenwaarde van de kunstenaar… Dat komt, we hebben het allemaal meegemaakt: Optreden voor drie man en een paardenkop (die er ook nog doorheen kletsen). Signeren in een lege boekhandel. Stapels onverkochte boeken en cd’s in de kelder. Voorstellingen zonder reprise, zonder recensie, zonder eervolle vermelding. Exposities waar niks verkocht wordt (en wel de superhoge fee van de galeriehouder betaald dient te worden).
Bij elk van deze voorbeelden denk ik aan een vriend of vriendin van me. Niet één keer, maar heel vaak. Kunst maken is gewoon slecht voor je ego en boven het maaiveld steken maar enkele koppen uit. Al die parels voor de zwijnen, al die labour of love, al die mensen die niet weten wat ze missen.
En natuurlijk heb ik het ook over mezelf. Deze week had ik ook weer zo’n onderzetter-ervaring, die ik uit pure schaamte niet eens hier ga opschrijven.
Mijn jongste dochter nam me toen mee naar een geweldige troostfilm: Yesterday. Daar zie je weer zo’n dappere muzikant ploeteren. En dat hielp.
Dit is een ode – een hartstochtelijke, welverdiende ode – aan al die makers die toch maar door blijven gaan; met schrijven, met spelen, schilderen… omdat de noodzaak nou eenmaal sterker is dan de vernedering, omdat het ons maakt tot wie we zijn, en omdat wij samen toch maar mooi de wereld beter maken.