Soms krijg je ineens een woord cadeau. Vandaag was dat vergetelheid.
Het vergeten zijn, zo staat het in het woordenboek. En dat je er dingen aan kunt ontrukken. Ontrukken is dan weer: iets hardhandig ergens weghalen, voorbeeld: een geweer dat je aan iemands vuisten ontrukt.
Berusting
Hoe is die vergetelheid dan? Een soort veilige, stevige plek waar dingen zich nestelen, stel ik mij zo voor. Herinneringen. Spullen. Mensen. Kennelijk wortelen ze daar, kan je ze er alleen maar met geweld vandaan krijgen: ontrukken.
Voor wie vooral is geworteld in het nu en hier, is de vergetelheid het allerergste. Dat is de plek waar je boeken niet meer gelezen, je dierbaren voorgoed weg, niemand je naam meer noemt.
Maar ik denk dat het ook rust is.
Ik hoef daarvoor alleen maar naar mijn moeder te kijken. De vrouw die nog niet dood gevonden wilde worden tussen de bejaarden, die walgde van activiteiten die ook maar een beetje op bingo leken. Die vrouw die verder best een pittig leven had.
Die vrouw dus. Die vertelt nu ieder moment hoe fantastisch het tehuis waar ze zit. Waar ze zich beweegt als een klein kind dat houdt van eten, zingen, en vooral van herhaling. Mijn moeders vergetelheid is kalm, overzichtelijk, lief.
Soms denk ik: naar die rust en berusting (ook een interessant woord trouwens) moeten wij allemaal heel hard zoeken en zij heeft het nu gewoon.