Ze kan zoveel dingen. Dingen die ik niet kan.
Breien bijvoorbeeld. Dat kon ze al toen we twaalf waren. Ik zat dan naast haar met precies dezelfde soort pennen en dezelfde soort wol en toch werd bij mij een rommelige scheve lap wat bij haar een prachtige trui werd.
Telefoon
Ze kan het nog steeds. Laatst had ze op een winterse avond even heel veel warmte nodig, en waar iemand anders zich zou bezatten, breide zij hup deze muts en trui voor zichzelf.
Ze snapt alles van kleren, kleuren, inrichting. ‘Wat voor stijl heeft mijn huis toch?’ vraag ik haar. Ze denkt even na en zegt: ‘Bont.’ En vanaf dat moment begrijp ik ook meteen mijn kledingstijl veel beter.
Ze vindt niks gek en dat is geweldig. Je kunt haar altijd bellen of ze zin heeft om mee te gaan naar iets nieuws, en ja hoor, daar is ze. Je kunt haar sowieso altijd bellen. Als je alle uren optelt die wij samen aan de telefoon hebben gezeten vanaf dat we kleine meisjes waren en Internet nog niet bestond… dan ben je weken nee jaren verder. Er vallen nooit stiltes in onze gesprekken (al kan dat ook door mij komen natuurlijk).
En ja, ik ken niemand die zulke mooie liedjes schrijft als zij. Op dit moment tourt ze met de voorstelling ‘Waagstukken’ dor Nederland – ga maar checken.
Ik kan nog zoveel meer over haar zeggen. Dat ze grappig is en wijs, echt lief en soms ongrijpbaar – en altijd 100% authentiek. Ik denk wel eens aan hoe het zou zijn als ze dood zou gaan, en bij die gedachte alleen al begint mijn wereld op zijn grondvesten te schudden. Maar ze gaat niet dood, integendeel. Happy birthday, Mylou Frencken!