Kijk mij daar nou trots staan.
Je ziet niet eens dat ik met mijn hoofd eigenlijk in de keuken was, waar ik net de Baked Alaska aan het opbouwen was, toen ik werd geroepen voor ‘het fotomoment’. Dat het ijs smolt, het eiwit inzakte… daar dacht ik aan toen deze foto gemaakt werd.
Corps
Het is dus gelukt, het 21-diner. Inmiddels weet ik waar het vandaan komt: uit de traditie van de studentenverenigingen. Maar dat je er dus niet meer voor naar het corps moet, gelukkig.
Vrijdagavond strompelde ik op mijn hakjes en misselijk (van een antibioticumkuur, heel onhandig getimed) weg van het Mandelahuisje. Daar werden inmiddels de deuren opengegooid voor de afterparty, onze taak als ouders zat erop.
Ik was ongelooflijk hyper. Het was gelukt: al het eten gaar en op tijd op de tafel, stralend kind in het middelpunt, allemaal prachtige speeches waar ik vanaf de zijlijn het een en ander van opving (terugkerend thema: feesten en ‘hard gaan’, ander terugkerend thema: echte vriendschap). De ruimte was feeëriek verlicht, de genodigden allemaal spectaculair Peaky Blinders-achtig gekleed, er was maar één iemand die de dresscode had gemist.
Ik had gedaan wat ik kon qua afwas (het merendeel was opzij geschoven voor na het feest). Had zelf de afsluitende speech mogen houden inclusief een lied waarbij aan tafel na al die wijn ook de tranen rijkelijk vloeiden. Ik had dus zo’n beetje alles gegeven wat ik in huis had.
Ineens was ik weer alleen in mijn huis met de katten, zelfs J was er niet om alles tegen te vertellen. Ik bedolf hem en mijn vriendinnen onder de berichten, filmpjes en foto’s die binnenstroomden via de speciale appgroep. Het hele weekend bleef alles nog in mijn hoofd zingen, zelfs in mijn dromen kwam het terug. Ik kijk naar de foto’s. ‘Kijk hoe mooi ze is,’ zeg ik tegen de poezen, ‘en daar heb ik er dus drie van.’