Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

Schrikkel

Er zat een filosoofje in de klas.

Les geven. Huishouden. Zelfs eten en slapen. Soms voelt alles zo zonde van je tijd.

Een kerk met mijn oma erin

Van je schrijftijd bedoel ik dus. Het liefst zou ik wekenlang doorgaan op dezelfde roes, niet steeds opnieuw in- en uitchecken. Maar ja, dan kotst de kat weer op het kleed. Of is er een oudervergadering, een belastingaanslag, en je fiets met een slag in het wiel omdat een of andere sukkel eroverheen gereden is. Eigenlijk zouden we allemaal collectief 29 februari moeten omhelzen als een lege dag, een dag die eigenlijk niet bestaat en waarop je dus ook alleen maar dingen kunt doen die mooi, fijn en zinvol zijn.
Gisteren was ik met groep 8 een verhaal aan het plotten, om te beginnen hadden we het over de fictieve wereld van dat verhaal. Suggesties te over: ‘een oorlogsgebied’, ‘een oneindige hondenwereld’ (stel je dat eens voor, best eng!),  ‘een kerk met mijn oma erin’.
‘Het paradijs,’ riep een jongen en ik zoomde meteen in: hoe zag dat er dan uit, dat paradijs. Hij omschreef het een beetje als mijn ideale schrikkeldag: alleen maar mooi en rustig. 

Waarop die jongen achter in de klas (droomogen, donkere krullen) ineens zei: ‘En naast de mooie jonge bomen, staan dode, geknakte  bomen. Naast de mensen die fit en gezond zijn, zijn er mensen met het Coronavirus. Er is geluk en verdriet, precies tegelijkertijd.’  En terwijl wij dat met de klas nog een beetje aan het verwerken waren, maakte hij het glorieus af: ‘En dan heet die wereld: Balans.’ 

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *