Middenin de lockdown is de middelste naar Utrecht verhuisd.
Dus nu zit ze in Lunetten, samen met zeven andere studenten.
Pannetje eten
Ik ging de eerste week een pannetje eten brengen, meer was niet nodig. Als je bijna 22 ben heb je natuurlijk je zaakjes al behoorlijk goed op orde. Het was echt zo’n knus studentenhuis met kerstlichtjes en permanent slingers aan de muren – dan hangen ze maar alvast voor de volgende jarige. Met op een hangbank First Dates kijken terwijl uitgebreid wordt besproken of er naar de Appie wordt gegaan (naast het huis) of toch patat gehaald. Mijn dochter liep er ontspannen tussen. Haar kamer mooi ruim, planten, kast met drank. Dus nu heeft ze ineens ‘Utrecht’ in haar paspoort staan.
En dan de oudste. Die schreef dwars door de lockdown heen haar afstudeerscriptie. Over een fascinerend onderwerp, het had met ‘femicidio’ te maken, met film, feminisme, Latijns Amerika en communicatie. Alsof ik mezelf terugzag, maar dan beter, sneller, slimmer. Ik mocht haar scriptie meelezen onderweg en voelde mijn academische hersenhelft opgloeien. Zo hard gewerkt, dit kind, en zo gestaag. Dat vonden ook de profs, ze werd overladen met complimenten. Elke keer als ik haar zie wil ik haar alleen maar aaien en vasthouden – dat mag tegenwoordig. Ook omdat ik weet: die sneakt er zo weer tussenuit, naar haar vrienden over de hele wereld die haar van alle kanten uitnodigen.
Ik herinner me dat alles allemaal nog heel goed van mezelf en ik voel me mijn moeder toen. Dus ik weet ook hoe razendsnel het gaat vanaf hier. Maar daar hebben die dochters geen boodschap aan, gelukkig.