Categorieën
Verhalen van een Amsterdams leven

When a stranger calls

Ik heb een vaste telefoonlijn, ik ken het nummer zelf niet eens. Heel soms rinkelt die telefoon ineens, altijd spannend. Het kunnen drie mensen zijn.

Mijn vader. Mijn vriendin Esther, die op een of andere manier dit nummer heeft opgeslagen. En J. die gewoon alle telefoons probeert totdat hij me gevonden heeft. O ja, en heel soms iemand van Microsoft met een krakerige stem vanuit Cambodja.

Zeldzaam fantasieloos

Maar vandaag is het een jongen met de baard in zijn keel. Hij moet een boekverslag maken over Vossenjacht en hij dacht: ‘Ik bel de schrijfster even met wat vragen.’ Zo zegt hij dat, best grappig en ook wel stoer.  Van de weeromstuit doe ik zeldzaam behulpzaam. ‘Nog meer vragen? Ah, ja, het thema. Iets met groepsdwang.’
‘Pesten dus,’ zegt de jongen, ‘gaan daar meer boeken van u over?’
‘Eh ja,’ denk ik hardop. ‘En nee. Maar je hebt het boek wel gelezen, toch?’
Dat heeft hij. En waar andere lezers alles van mijn site plukken of van elkaars boekverslagen die allemaal op internet rouleren, en me in het meest extreme geval een mail sturen met een vaak zeldzaam fantasieloze vraag in de sfeer van ‘waar gaat het boek over’ denkt deze jongen: ik bel de schrijfster gewoon op.
Het zal best dat ik in deze tijden extra gevoelig ben voor echt contact met echte lezers. Maar wow, een onbekende lezer aan de telefoon. Over een boek dat al jaren hartstikke van de markt af is, hoe komt zo’n jongen eraan?
Kennelijk kan je mijn vaste nummer gewoon googelen. Maar nu niet allemaal doen hoor.

Publiceren is een bij voorbaat verloren race tegen de vergankelijkheid. Ooit zal ik eraan wennen.

 

Één reactie op “When a stranger calls”

Aan alle lezers: wanneer je weer zo’n mooi stukje van @annavanpraag hebt gelezen; vergeet haar dan niet op een paar kopjes koffie te trakteren…

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *