Het regende, de bomen kaal, en er was een lockdown, dat was grauw op grauw in de saaie straat. Hier ging ik dus écht niet wonen.
Terwijl het zo’n lief aanbod was: ik mocht voor de troepen uit een koophuis bekijken. Kopen, ik? Die match geloofde ik ook nog niet, ik zat toch in die fuik?
Studentenwoning
Dat het huis desondanks rond, licht en fijn oogde, dat was echt knap van het huis. Een dag later belde Imke: ‘Dit is de marktconforme prijs. Dit weekend beslissen, dan gaat het niet op Funda maar naar jou.’
Ik wist nog steeds niet of ik het kon betalen. En ik wilde niet weg uit de Jordaan, ik wilde in een monument wonen, ik wilde sowieso niet verhuizen, ook al wist ik inmiddels dat de laatste inwonende dochter dat wel zou gaan doen, heel snel al. Ik wilde het niet!
‘Mam,’ zeiden de dochters verontwaardigd, ‘het is de leukste buurt van Amsterdam.’
Natuurlijk wist ik dat, het was mijn eerste buurtje als student. Heerlijke tijd, tussen de muizen en op straat de ratten. Maar dat was toen.
‘Je denkt toch altijd in cirkels,’ zei de oudste dochter slim, ‘in de Jordaan werden je kinderen geboren en vliegen ze nu weer uit. En de andere cirkel is daar waar je eerste studentenhuis was en nu je eerste koophuis.’
Terwijl mijn financiële team overuren draaide wende ik aan het idee. Van kopen, van de buurt.
Maar alles kantelde pas echt toen ik bij een taxatie (‘ja prima studentenwoning’) in gesprek raakte met de buurvrouw. Een gesprek over een huis en een straat vol met kinderen, katten, in de zomer allemaal samen eten aan lange tafels op straat. ‘De leukste buurt van Amsterdam.’
Dus: hallo lieve Pijp, het duurt nog ruim drie maanden, maar ik kom eraan. I’m back!
Één reactie op “De leukste buurt”
Je dochters hebben altijd gelijk
Vertrouw op ze zoals ze als kind op jou vertrouwden
Zelfs het Coronavirus heeft tweedimensionaal een cirkelvorm
Het denken is klaar, het voelen kan beginnen
Komt goed, lieve Anna